Einde inhoudsopgave
Besluit 2007/801/EG betreffende de volledige toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis in de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek
Bijlage I Lijst van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003 die op de betrokken lidstaten toepasselijk moeten worden gemaakt ten aanzien van hun betrekkingen met de lidstaten die het Schengenacquis volledig toepassen en ten aanzien van IJsland en Noorwegen
Geldend
Geldend vanaf 08-12-2007
- Bronpublicatie:
06-12-2007, PbEU 2007, L 323 (uitgifte: 08-12-2007, regelingnummer: 2007/801/EG)
- Inwerkingtreding
08-12-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2007, PbEU 2007, L 323 (uitgifte: 08-12-2007, regelingnummer: 2007/801/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1
Betreffende de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst:
Artikel 1 voor zover dit verband houdt met het in dat lid bepaalde, de artikelen 9 tot en met 12, de artikelen 14 tot en met 25 met uitzondering van artikel 19, lid 2, de artikelen 40 tot en met 43 en de artikelen 126 tot en met 130 voor zover deze verband houden met het in dat lid bepaalde, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst als gewijzigd bij enkele van de in punt 2, onder c), hierna genoemde besluiten.
2
Andere bepalingen:
- a)
De volgende bepalingen van de Overeenkomsten betreffende de toetreding tot de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, de Slotakten daarvan en de desbetreffende gemeenschappelijke verklaringen:
- —
de op 27 november 1990 ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van de Italiaanse Republiek: artikel 2, artikel 3 en de gemeenschappelijke verklaring betreffende de artikelen 2 en 3 van de Overeenkomst betreffende de toetreding van de Italiaanse Republiek tot de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985;
- —
- —
- —
de op 6 november 1992 ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van de Helleense Republiek: artikel 2;
- —
- —
de op 19 december 1996 ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van het Koninkrijk Denemarken: artikel 2 en artikel 3;
- —
- —
- b)
De volgende besluiten van het krachtens de Schengenuitvoeringsovereenkomst opgerichte Uitvoerend Comité:
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 14 december 1993 betreffende de verlenging van het eenvormige visum (SCH/Com-ex (93) 21);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 23 juni 1998 betreffende een bezemclausule met het oog op de toepassing van het gehele technische Schengenacquis (SCH/Com-ex (98) 29 herz.);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 14 december 1993 betreffende de gemeenschappelijke beginselen van annulering, intrekking en beperking van het eenvormige visum (SCH/Com-ex (93) 24);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 21 november 1994 betreffende de invoering van een geautomatiseerde procedure voor raadpleging van de centrale autoriteiten zoals voorzien in artikel 17, lid 2, van de overeenkomst (SCH/Com-ex (94) 15 herz.);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 22 december 1994 betreffende de uitwisseling van statistische gegevens betreffende visumafgifte (SCH/Com-ex (94) 25);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 5 mei 1995 betreffende het gemeenschappelijke visumbeleid, opgenomen in het verslag van de op 28 april 1995 te Brussel gehouden vergadering van het Uitvoerend Comité (SCH/Com-ex (95) PV 1 herz.);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 27 juni 1996 betreffende de afgifte van Schengenvisa op grond van artikel 30, lid 1, onder a), van de Schengenuitvoeringsovereenkomst (SCH/Com-ex (96) 13 herz. 1);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité; van 15 december 1997 betreffende de leidraad voor bewijsmiddelen en indicaties in het kader van overnameovereenkomsten tussen de Schengenstaten (SCH/Com-ex (97) 39 herz.);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 21 april 1998 betreffende de uitwisseling van statistische gegevens inzake visa-afgifte (SCH/Com-ex (98) 12);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 23 juni 1998 betreffende de te nemen maatregelen ten aanzien van staten die problemen opleveren op het gebied van afgifte van documenten op grond waarvan verwijdering uit de Schengenruimte mogelijk wordt (SCH/Com-ex (98) 18 herz.);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 23 juni 1998 betreffende de Monegaskische verblijfstitels (SCH/Com-ex (98) 19);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 23 juni 1998 betreffende de afstempeling van het paspoort van visumaanvragers (SCH/Com-ex (98) 21);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 16 december 1998 betreffende de leidraad voor grensoverschrijdende politiële samenwerking (SCH/Com-ex (98) 52);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 16 december 1998 betreffende de uitwerking van een handboek met documenten waarin een visum kan worden aangebracht (SCH/Com-ex (98) 56);
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 28 april 1999 betreffende de nieuwe versies van het Gemeenschappelijk Handboek en van de Gemeenschappelijke Visuminstructie (SCH/Com-ex (99) 13) ten aanzien van de bepalingen in de Gemeenschappelijke Visuminstructie die nog niet toepasselijk waren gemaakt krachtens de Toetredingsakte van 2003.
- —
Besluit van het Uitvoerend Comité van 28 april 1999 inzake de opstelling van een handboek van de documenten waarin een visum kan worden aangebracht (SCH/Com-ex (99) 14);
- c)
De volgende andere instrumenten:
- —
Besluit 2000/645/EG van de Raad van 17 oktober 2000 ter correctie van het Schengenacquis zoals vervat in Besluit SCH/Com-ex (94) 15 herz. van het Uitvoerend Comité van Schengen (PB L 272 van 25.10.2000, blz. 24. Besluit gewijzigd bij Besluit 2003/330/EG (PB L 116 van 13.5.2003, blz. 22);
- —
Verordening (EG) nr. 1091/2001 van de Raad van 28 mei 2001 inzake vrij verkeer met een visum voor verblijf van langere duur (PB L 150 van 6.6.2001, blz. 4);
- —
Beschikking 2001/420/EG van de Raad van 28 mei 2001 inzake de aanpassing van de delen V en VI en van bijlage 13 van de Gemeenschappelijke Visuminstructie alsmede van bijlage 6 a) van het Gemeenschappelijk Handboek voor de gevallen van visa voor verblijf van langere duur die tevens gelden als visa voor kort verblijf (PB L 150 van 6.6.2001, blz. 47), voor zover deze betrekking heeft op de Gemeenschappelijke Visuminstructie;
- —
Richtlijn 2001/40/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de onderlinge erkenning van besluiten inzake de verwijdering van onderdanen van derde landen (PB L 149 van 2.6.2001, blz. 34) en Beschikking 2004/191/EG van de Raad van 23 februari 2004 tot vaststelling van de criteria en uitvoeringsvoorschriften voor de compensatie van de verstoringen van het financiële evenwicht die voortvloeien uit de toepassing van Richtlijn 2001/40/EG betreffende de onderlinge erkenning van besluiten inzake de verwijdering van onderdanen van derde landen (PB L 60 van 27.2.2004, blz. 55);
- —
Beschikking 2002/44/EG van de Raad van 20 december 2001 tot wijziging van deel VII en bijlage 12 van de Gemeenschappelijke Visuminstructies, alsmede van bijlage 14 a van het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 20 van 23.1.2002, blz. 5), voor zover deze betrekking heeft op de Gemeenschappelijke Visuminstructies;
- —
Beschikking 2002/354/EG van de Raad van 25 april 2002 inzake de aanpassing van deel III van de Gemeenschappelijke Visuminstructies en de invoering van een bijlage 16 (PB L 123 van 9.5.2002, blz. 50);
- —
Beschikking 2002/585/EG van de Raad van 12 juli 2002 betreffende de aanpassing van deel III en deel VIII van de gemeenschappelijke instructies aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 44);
- —
Beschikking 2002/586/EG van de Raad van 12 juli 2002 betreffende de aanpassing van deel VI van de Gemeenschappelijke Visuminstructies (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 48);
- —
Verordening (EG) nr. 415/2003 van de Raad van 27 februari 2003 betreffende de afgifte van visa aan de grens, inclusief aan transiterende zeelieden (PB L 64 van 7.3.2003, blz. 1);
- —
Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot invoering van een specifiek doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) en tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8), voor zover deze betrekking heeft op de Gemeenschappelijke Visuminstructie;
- —
Beschikking 2003/454/EG van de Raad van 13 juni 2003 houdende wijziging van bijlage 12 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies en van bijlage 14 a bij het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 152 van 20.6.2003, blz. 82), voor zover deze betrekking heeft op de Gemeenschappelijke Visuminstructies;
- —
Beschikking 2003/585/EG van de Raad van 28 juli 2003 houdende wijziging van bijlage 2, overzicht A, van de Gemeenschappelijke Visuminstructies en van bijlage 5, overzicht A, van het Gemeenschappelijk Handboek betreffende de visumplicht voor houders van Pakistaanse diplomatieke paspoorten (PB L 198 van 6.8.2003, blz. 13), voor zover deze betrekking heeft op de Gemeenschappelijke Visuminstructies;
- —
Beschikking 2003/586/EG van de Raad van 28 juli 2003 houdende wijziging van bijlage 3, deel I, van de Gemeenschappelijke Visuminstructies en van bijlage 5 a, deel 1, van het Gemeenschappelijk Handboek betreffende onderdanen van derde landen die aan de transitvisumplicht voor luchthavens onderworpen zijn (PB L 198 van 6.8.2003, blz. 15), voor zover deze betrekking heeft op de Gemeenschappelijke Visuminstructies;
- —
Besluit 2003/725/JBZ van de Raad van 2 oktober 2003 houdende wijziging van artikel 40, leden 1 en 7, van de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten Akkoord van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (PB L 260 van 11.10.2003, blz. 37);
- —
Beschikking 2004/14/EG van de Raad van 22 december 2003 houdende wijziging van de derde alinea (Bij de behandeling te hanteren basiscriteria) van deel V van de Gemeenschappelijke Visuminstructies (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 74);
- —
Beschikking 2004/15/EG van de Raad van 22 december 2003 houdende wijziging van deel II, punt 1.2, van de Gemeenschappelijke Visuminstructies en vaststelling van een nieuwe bijlage bij die instructies (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 76);
- —
Beschikking 2004/17/EG van de Raad van 22 december 2003 tot wijziging van deel V, punt 1.4, van de Gemeenschappelijke Visuminstructies en deel I, punt 4.1.2, van het Gemeenschappelijk Handboek, namelijk de opneming onder de voor te leggen bewijsstukken van het bewijs van een reisverzekering tot dekking van ziektekosten ingeval een eenvormig inreisvisum wordt afgegeven (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 79), voor zover dat betrekking heeft op de Gemeenschappelijke Visuminstructies;
- —
Beschikking 2004/573/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake het organiseren van gezamenlijke vluchten voor de verwijdering van onderdanen van derde landen tegen wie individuele verwijderingsmaatregelen zijn genomen van het grondgebied van twee of meer lidstaten (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 28);
- —
Aanbeveling nr. 2005/761/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot vergemakkelijking van de afgifte door de lidstaten van eenvormige visa voor een verblijf van korte duur aan onderzoekers die onderdaan zijn van een derde land en die zich met het oog op wetenschappelijk onderzoek verplaatsen in de Gemeenschap (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 23);
- —
- —
Beschikking 2006/440/EG van de Raad van 1 juni 2006 houdende wijziging van bijlage 12 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies en van bijlage 14 a bij het Gemeenschappelijk Handboek met betrekking tot de legesrechten ter dekking van de administratieve kosten van de behandeling van visumaanvragen (PB L 175 van 29.6.2006, blz. 77) voor zover zij betrekking heeft op de Gemeenschappelijke Visuminstructies;
- —
Artikel 4, onder b), en artikel 9, onder c), van Verordening (EG) nr. 1931/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van regels inzake klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten en tot wijziging van de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 1);
- —
Beschikking 2006/684/EG van de Raad van 5 oktober 2006 houdende wijziging van bijlage 2, overzicht A, van de Gemeenschappelijke Visuminstructies betreffende de visumplicht voor houders van Indonesische diplomatieke en dienstpaspoorten (PB L 280, 12.10.2006, blz. 29);
- —
Beschikking 2007/519/EG van de Raad van 16 juli 2007 tot wijziging van deel 2 van het Schengenraadplegingsnetwerk (Technische specificaties) (PB L 192 van 24.7.2007, blz. 26).