Einde inhoudsopgave
Besluit aftrek van omzetbelasting 2020
4.2.6.3 Aftrek instandhoudingskosten en andere kosten bij leegstand
Geldend
Geldend vanaf 15-12-2020
- Bronpublicatie:
24-11-2020, Stcrt. 2020, 63000 (uitgifte: 14-12-2020, regelingnummer: 2020-167584)
- Inwerkingtreding
15-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2020, Stcrt. 2020, 63000 (uitgifte: 14-12-2020, regelingnummer: 2020-167584)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Als in het jaar van leegstand kosten worden gemaakt voor de instandhouding van de onroerende zaak (zoals kosten voor de schoonmaak, verwarming en bewaking), worden deze kosten direct verbruikt zonder dat een rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaat met een belaste uitgaande prestatie omdat deze ontbreekt (leegstand). Gezien het arrest van de HR van 13 juni 2014, nr. 13/00282, wordt voor de aftrek van voorbelasting op de kosten voor de instandhouding aangesloten bij het voornemen dat de ondernemer heeft met de het leegstaande onroerende zaak of het leegstaande deel ervan. Dit voornemen moet met objectieve gegevens aannemelijk worden gemaakt. Van belang daarbij kan onder andere zijn de opdracht aan de makelaar, de aard van de onroerende zaak en de locatie van de onroerende zaak.
Voor ingekochte prestaties die – anders dan de instandhoudingkosten – pas bij het (opnieuw) in gebruik nemen van (het deel van) de onroerende zaak worden gebruikt (zoals kosten voor verbetering en uitbreiding) vindt de aftrek van voorbelasting plaats op basis van de met objectieve gegevens aannemelijk gemaakte belaste bestemming. Op het moment van de eerste ingebruikneming wordt de aftrek van voorbelasting evenwel herzien bij de ingebruikneming (zie § 3.4.2).