Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit resultaat overige werkzaamheden
8.2.1 Kwalificatie geldverstrekking
Geldend
Geldend vanaf 17-12-2021
- Bronpublicatie:
29-11-2021, Stcrt. 2021, 48048 (uitgifte: 16-12-2021, regelingnummer: 2021-15229)
- Inwerkingtreding
17-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stcrt. 2021, 48048 (uitgifte: 16-12-2021, regelingnummer: 2021-15229)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Resultaat uit overige werkzaamheden
Inkomstenbelasting / Algemeen
Voor de fiscale duiding van de geldverstrekking is het civiele recht het uitgangspunt (HR 25 november 2011, nr. 08/05323, ECLI:NL:HR:2011:BN3442). Een belangrijk element is de terugbetalingsverplichting. Als een terugbetalingsverplichting onderdeel uitmaakt van de financiering, zal veelal sprake zijn van een schuldvordering. Deze leningen vallen onder de terbeschikkingstellingsregeling, mits sprake is van een omstandigheid omschreven in de artikelen 3.91 en 3.92 Wet IB 2001, bijvoorbeeld als de lening is verstrekt aan de eigen BV.
Sommige leningen hebben niet het karakter van het verstrekken van vreemd vermogen, maar het verstrekken van eigen vermogen. Deze leningen worden afgewikkeld in de kapitaalsfeer. Het gaat hierbij om de volgende typen leningen:
- −
Schijnlening: een lening die slechts in schijn bestaat, omdat partijen in werkelijkheid geen overeenkomst van geldlening tot stand hebben willen brengen.
- −
Deelnemerschapslening: een lening die aan drie cumulatieve voorwaarden voldoet: winstafhankelijkheid van de vergoeding, achterstelling bij alle concurrente crediteuren en het ontbreken van een vaste looptijd.
- −
Bodemlozeputlening: een lening waarvan op het moment van de geldverstrekking reeds duidelijk is dat de opgenomen gelden niet kunnen of zullen worden terugbetaald.