Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden
2.2 Gebiedsspecifieke nadelen die het gevolg zijn van bepaalde verplichte vereisten in bosgebieden
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
(548)
De Commissie zal steun in verband met betalingen voor gebiedsspecifieke nadelen als gevolg van vereisten die voortvloeien uit de uitvoering van de Richtlijnen 92/43/EEG, 2009/147/EG of 2000/60/EG, teneinde bij te dragen tot de verwezenlijking van een of meer van de specifieke doelstellingen van artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) 2021/2115, als verenigbaar met de interne markt op grond van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag aanmerken indien deze steun in overeenstemming is met deel I, hoofdstuk 3, van deze richtsnoeren en met de in deze afdeling vermelde voorwaarden.
(549)
De onder deze afdeling vallende steun moet jaarlijks en per hectare bos worden verleend om de begunstigden te vergoeden voor alle of een deel van de extra kosten die zij maken en de inkomsten die zij derven als gevolg van de gebiedsspecifieke nadelen in de betrokken gebieden, met inbegrip van eventuele transactiekosten.
Begunstigden van de steun
(550)
Er kan steun worden verleend aan bosbezitters, bosbeheerders en hun verenigingen.
In aanmerking komende kosten
(551)
De volgende gebieden kunnen voor steun in aanmerking komen:
- a)
krachtens de Richtlijnen 92/43/EEG en 2009/147/EG aangewezen Natura 2000-bosgebieden;
- b)
andere afgebakende natuurbeschermingsgebieden met milieubeperkingen voor bossen waarmee wordt bijgedragen aan de uitvoering van artikel 10 van Richtlijn 92/43/EEG, op voorwaarde dat die gebieden niet groter zijn dan 5 % van de aangewezen Natura 2000-gebieden die onder de territoriale reikwijdte van elk strategisch GLB-plan vallen.
Steunintensiteit
(552)
De in punt (549) bedoelde extra kosten en gederfde inkomsten moeten worden berekend op basis van de beperkingen die voortvloeien uit de Richtlijnen 92/43/EEG, 2009/147/EG en 2000/60/EG.
(553)
De steunintensiteit mag ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten bedragen.