Einde inhoudsopgave
Mediawet 2008
Artikel 2.34c [Raad van toezicht NOS. Samenstelling en benoeming]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
10-02-2021, Stb. 2021, 88 (uitgifte: 24-02-2021, kamerstukken: 35042)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-02-2021, Stb. 2021, 90 (uitgifte: 24-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Informatierecht / Reclame
1.
De raad van toezicht van de NOS bestaat uit vijf of zeven leden die op zwaarwegende voordracht van de raad van toezicht door Onze Minister worden benoemd en die door Onze Minister kunnen worden geschorst en ontslagen.
2.
De raad van toezicht wijst uit zijn midden de voorzitter aan.
3.
Benoeming geschiedt voor een periode van vier jaar en herbenoeming voor een aansluitende periode is eenmaal mogelijk.
4.
De raad van toezicht wordt zodanig samengesteld dat bestuurlijke ervaring en deskundigheid op de terreinen die relevant zijn voor het media-aanbod dat de NOS verzorgt, aanwezig zijn.
5.
Bij een vacature draagt de raad van toezicht zorg voor de procedure die leidt tot de voordracht, bedoeld in het eerste lid. In elk geval het opstellen en het openbaar maken van profielschetsen voor de vacature en voor de raad als geheel zijn onderdeel van die procedure.
6.
De voordracht van de raad van toezicht aan Onze Minister is gemotiveerd, waarbij in elk geval wordt ingegaan op de geschiktheid, de profielschetsen, de positie van de kandidaat in het rooster van aftreden en de procedure die heeft geleid tot de voordracht.
7.
Onze Minister neemt de voordracht over, tenzij deze in strijd is met:
- a.
deze wet;
- b.
eisen van zorgvuldigheid; of
- c.
andere zwaarwegende belangen.