Einde inhoudsopgave
Europees Sociaal Handvest (herzien)
Artikel B Betrekkingen met het Europees Sociaal Handvest en het Aanvullend Protocol van 1988
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1999
- Bronpublicatie:
03-05-1996, Trb. 2004, 13 (uitgifte: 28-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-05-1996, Trb. 2004, 13 (uitgifte: 28-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Internationale sociale zekerheid / Mensenrechten
1.
Geen Verdragsluitende Partij bij het Europees Sociaal Handvest en geen Partij bij het Aanvullend Protocol van 5 mei 1988 mag dit Handvest bekrachtigen, aanvaarden of goedkeuren zonder zich gebonden te achten aan ten minste de bepalingen die overeenkomen met de bepalingen van het Europees Sociaal Handvest en, waar van toepassing, van het Aanvullend Protocol, waaraan zij gebonden was.
2.
Aanvaarding van de verplichtingen ingevolge de bepalingen van dit Handvest, zal, vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verplichtingen voor de desbetreffende Partij, ertoe leiden dat de overeenkomstige bepaling van het Europees Sociaal Handvest en, waar van toepassing, van het Aanvullend Protocol daarbij van 1988 niet meer van toepassing is op de betrokken Partij ingeval die Partij gebonden is door de eerste van deze instrumenten of door beide instrumenten.