Einde inhoudsopgave
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017
Artikel 69
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2018
- Bronpublicatie:
26-07-2017, Stb. 2017, 317 (uitgifte: 17-08-2017, kamerstukken: 34588)
- Inwerkingtreding
01-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-04-2018, Stb. 2018, 119 (uitgifte: 26-04-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Staatsrecht / Grondrechten
Informatierecht / ICT-recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
Verstrekking van persoonsgegevens waarvan de juistheid redelijkerwijs niet kan worden vastgesteld of die meer dan 10 jaar geleden zijn verwerkt, terwijl ten aanzien van de desbetreffende persoon sindsdien geen nieuwe gegevens zijn verwerkt, vindt niet plaats.
2.
In afwijking van het eerste lid kan over persoonsgegevens slechts mededeling worden gedaan aan:
- a.
een dienst of een instantie, bedoeld in artikel 62, eerste lid, onder d;
- b.
instanties die zijn belast met de opsporing en vervolging van strafbare feiten;
- c.
andere instanties in door Onze betrokken Minister te bepalen bijzondere gevallen.
3.
Bij een mededeling als bedoeld in het tweede lid wordt de mate van betrouwbaarheid alsmede de ouderdom van de daaraan ten grondslag liggende gegevens vermeld. Indien met betrekking tot de desbetreffende gegevens een verklaring als bedoeld in artikel 77, eerste lid, voorhanden is, wordt deze gelijktijdig verstrekt.
4.
Artikel 68, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.