Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1954
Artikel 14a [Afwijzing rogatoire commissie]
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2008
- Redactionele toelichting
Op rogatoire commissies die ontvangen zijn voor de inwerkingtreding van dit artikel blijft het recht zoals het gold voor de datum van inwerkingtreding van dit artikel van toepassing.
- Bronpublicatie:
09-10-2008, Stb. 2008, 411 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31286)
- Inwerkingtreding
01-12-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2008, Stb. 2008, 411 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31286)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Een afwijzende beslissing op grond van artikel 11, tweede lid, en op grond van artikel 11, derde lid, onder 1 en 2, en artikel 14, tweede lid, van het verdrag wordt beschouwd als een beschikking waartegen voor partijen in de hoofdprocedure hoger beroep openstaat overeenkomstig de vierde afdeling van titel 7 van het Eerste Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, met dien verstande dat het hoger beroep de werking niet schorst, tenzij de rechter anders heeft bepaald, en dient te worden ingesteld binnen een termijn van vier weken te rekenen vanaf de dag van de beslissing.