Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Bronpublicatie:
28-07-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2446)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-07-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2446)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
Verordening van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 290,
Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name de artikelen 2, 7, 10, 24, 31, 36, 40, 62, 65, 75, 88, 99, 106, 115, 122, 126, 131, 142, 151, 156, 160, 164, 168, 175, 180, 183, 186, 196, 206, 212, 216, 221, 224, 231, 235, 253 en 265,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
In samenhang met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) wordt bij Verordening (EU) nr. 952/2013 (het wetboek) aan de Commissie de bevoegdheid gedelegeerd om een aantal niet-essentiële onderdelen van het wetboek overeenkomstig artikel 290 VWEU aan te vullen. Het komt dus aan de Commissie toe nieuwe bevoegdheden uit te oefenen in de context na het Verdrag van Lissabon, zodat het wetboek een duidelijke en correcte toepassing kan vinden.
- (2)
Tijdens haar voorbereidende werkzaamheden heeft de Commissie passend overleg gepleegd, onder meer op deskundigenniveau en met de relevante stakeholders, die actief hebben bijgedragen aan de opstelling van deze verordening.
- (3)
Het wetboek stimuleert het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën, zoals voorgeschreven bij Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad (2); dit is niet alleen essentieel voor de vergemakkelijking van de handel maar ook voor de effectiviteit van de douanecontroles, en vermindert zo de kosten voor het bedrijfsleven en de risico's voor de maatschappij. Daarom moeten voor alle uitwisselingen van inlichtingen tussen de douaneautoriteiten onderling en tussen de marktdeelnemers en de douaneautoriteiten en voor de opslag van deze inlichtingen met behulp van elektronischegegevensverwerkingstechnieken specificaties worden vastgesteld voor de informatiesystemen waarmee douane-informatie wordt opgeslagen en verwerkt, en moeten de werkingssfeer en het doel van de op te zetten elektronische systemen worden vastgesteld in overeenstemming met de Commissie en de lidstaten. Er moet ook nadere informatie worden verstrekt voor de specifieke systemen voor de afhandeling van douaneformaliteiten of -procedures en voor de systemen waarbij de geharmoniseerde EU-interface fungeert als een component van het systeem die de bedrijven een rechtstreekse en geharmoniseerde EU-toegang biedt in de vorm van een dienst die in het elektronische douanesysteem geïntegreerd is.
- (4)
De op elektronische systemen gebaseerde procedures die zijn vastgelegd in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (3) en al worden toegepast op het gebied van invoer, uitvoer en douanevervoer, hebben hun efficiëntie bewezen. Daarom moet worden gewaarborgd dat die regels verder toepassing vinden.
- (5)
Om het gebruik van elektronischegegevensverwerkingstechnieken te vergemakkelijken en te harmoniseren, moeten gemeenschappelijke gegevensvereisten worden vastgesteld voor elk van de gebieden waarop die gegevensverwerkingstechnieken zullen worden toegepast. De gemeenschappelijke gegevensvereisten dienen in overeenstemming te zijn met de geldende nationale en EU-gegevensbeschermingsbepalingen.
- (6)
Om gelijke concurrentievoorwaarden te garanderen tussen postaanbieders en andere marktdeelnemers, moet een uniform kader worden vastgesteld voor de douaneafhandeling van brievenpost en postzendingen zodat gebruik kan worden gemaakt van elektronische systemen. Om het handelsverkeer te vergemakkelijken maar tegelijkertijd ook fraude te voorkomen en de rechten van de consument te beschermen, moeten passende en werkbare regels worden vastgesteld voor de aangifte van poststukken bij de douane, die naar behoren rekening houden met de verplichting van postaanbieders om een universele postdienst te verlenen overeenkomstig de Akten van de Wereldpostunie.
- (7)
Om marktdeelnemers en douaneautoriteiten extra flexibiliteit te bieden, moet het gebruik van andere middelen dan elektronischegegevensverwerkingstechnieken kunnen worden toegestaan in situaties waarin ook het risico op fraude beperkt is. Deze situaties moeten met name omvatten: de mededeling van de douaneschuld; de uitwisseling van informatie met betrekking tot de voorwaarden voor de vrijstelling van invoerrechten; kennisgeving door de douaneautoriteiten op dezelfde wijze als de aangever, wanneer deze een aangifte heeft ingediend met behulp van andere middelen dan elektronischegegevensverwerkingstechnieken; overlegging van het masterreferentienummer (MRN) voor douanevervoer op een andere wijze dan op een begeleidingsdocument voor douanevervoer; de mogelijkheid om achteraf een uitvoeraangifte in te dienen en de goederen aan te brengen bij het douanekantoor van uitgang alsook bewijs over te leggen dat de goederen het douanegebied van de Unie hebben verlaten, of de uitwisseling en de opslag van informatie voor een aanvraag en een beschikking inzake een bindende oorsprongsinlichting.
- (8)
In situaties waarin het gebruik van elektronischegegevensverwerkingstechnieken buitensporige inspanningen zou vereisen van de marktdeelnemers, dient het gebruik van andere middelen te worden toegestaan om deze inspanningen te verminderen, met name waar het erom gaat het bewijs te leveren van de douanestatus van Uniegoederen voor commerciële zendingen van geringe waarde of een mondelinge uitvoeraangifte te doen ook voor commerciële goederen mits de waarde daarvan de statistische drempel niet overschrijdt. Hetzelfde geldt voor andere reizigers dan marktdeelnemers in situaties waarin zij een verzoek om het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen doen, of voor vissersvaartuigen tot een bepaalde lengte. Gelet ook op verplichtingen uit hoofde van internationale overeenkomsten die papieren procedures voorschrijven, zou het in strijd zijn met die overeenkomsten om het gebruik van elektronischegegevensverwerkingstechnieken verplicht te stellen.
- (9)
Met het oog op een unieke identificatie van marktdeelnemers moet worden verduidelijkt dat iedere marktdeelnemer zich slechts één keer moet registreren aan de hand van een welomschreven gegevensset. De registratie van niet in de Europese Unie gevestigde marktdeelnemers en van andere personen dan marktdeelnemers maakt het mogelijk dat elektronische systemen die een EORI-nummer vereisen om ondubbelzinnig naar een marktdeelnemer te verwijzen, goed functioneren. Gegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en daarom moet worden voorzien in regels om een EORI-nummer ongeldig te verklaren.
- (10)
De termijn voor de uitoefening van het recht om te worden gehoord door een persoon die een aanvraag doet voor een beschikking betreffende de toepassing van de douanewetgeving (aanvrager), moet voldoende zijn om de aanvrager in staat te stellen zijn standpunt voor te bereiden en in te dienen bij de douaneautoriteiten. Deze termijn moet niettemin worden beperkt wanneer de beschikking betrekking heeft op de resultaten van de controle van goederen die niet correct bij de douane zijn aangegeven.
- (11)
Om een evenwicht te vinden tussen een doeltreffend optreden van de douaneautoriteiten en de eerbiediging van het recht om te worden gehoord, dient te worden voorzien in bepaalde uitzonderingen op het recht om te worden gehoord.
- (12)
Om de douaneautoriteiten in staat te stellen op zo efficiënt mogelijke wijze beschikkingen te geven die in de hele Unie geldig zijn, moeten uniforme en duidelijke voorwaarden voor zowel de douanediensten als de aanvrager worden vastgesteld. Deze voorwaarden moeten met name betrekking hebben op de aanvaarding van een aanvraag voor een beschikking, waarbij niet alleen naar nieuwe aanvragen wordt gekeken maar ook rekening wordt gehouden met eerdere nietig verklaarde of ingetrokken beschikkingen, aangezien slechts aanvragen zouden mogen worden aanvaard die de douaneautoriteiten de nodige elementen verstrekken om het verzoek te analyseren.
- (13)
Wanneer de douaneautoriteiten om aanvullende informatie vragen om hun beschikking te kunnen geven, dient de beschikkingstermijn te worden verlengd zodat alle door de aanvrager verstrekte informatie naar behoren kan worden onderzocht.
- (14)
In bepaalde gevallen moet een beschikking van kracht worden op een andere datum dan die waarop de aanvrager deze ontvangt of wordt geacht te hebben ontvangen, namelijk wanneer de aanvrager heeft verzocht dat de beschikking op een andere datum van kracht wordt of wanneer zij pas van kracht wordt nadat de aanvrager bepaalde formaliteiten heeft vervuld. Omwille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid moeten deze gevallen nauwkeurig worden vastgelegd.
- (15)
Om dezelfde redenen moeten ook de gevallen waarin een douaneautoriteit de verplichting heeft om een beschikking te herzien en, in voorkomend geval, te schorsen, nauwkeurig worden vastgelegd.
- (16)
Om in de nodige flexibiliteit te voorzien en bedrijfscontroles te vergemakkelijken, moet een aanvullend criterium worden vastgesteld voor de gevallen waarin de bevoegde douaneautoriteit niet kan worden bepaald volgens artikel 22, lid 1, derde alinea, van het wetboek.
- (17)
Om de handel te vergemakkelijken, is het wenselijk te bepalen dat aanvragen voor beschikkingen inzake bindende inlichtingen ook kunnen worden ingediend in de lidstaat waar de inlichtingen zullen worden gebruikt.
- (18)
Om te vermijden dat onjuiste of niet-uniforme beschikkingen inzake bindende inlichtingen worden gegeven, dient te worden bepaald dat specifieke termijnen moeten gelden om dergelijke beschikkingen te geven wanneer de normale termijn niet kan worden nageleefd.
- (19)
Hoewel de vereenvoudigingen voor een geautoriseerde marktdeelnemer (AEO) doelmatigheidshalve dienen te worden vastgesteld in het kader van de specifieke bepalingen betreffende douanevereenvoudigingen, moeten de faciliteiten voor AEO's worden getoetst aan de veiligheidsrisico's die aan een specifiek proces verbonden zijn. Aangezien de risico's zijn afgedekt wanneer een geautoriseerde marktdeelnemer voor veiligheid zoals bedoeld in artikel 38, lid 2, onder b), van het wetboek (AEOS) een douaneaangifte of een aangifte tot wederuitvoer indient voor goederen die het douanegebied van de Unie verlaten, dient de risicoanalyse voor veiligheidsdoeleinden op die aangifte te worden gebaseerd en mogen geen aanvullende gegevens betreffende veiligheid worden verlangd. Gelet op de criteria voor de toekenning van de status moet aan de AEO een gunstige behandeling worden verleend bij controles tenzij de controles in het gedrang komen of zij vereist zijn op basis van een specifiek dreigingsniveau of krachtens andere Uniewetgeving.
- (20)
Bij Besluit 94/800/EG(4) heeft de Raad zijn goedkeuring gegeven aan de overeenkomst betreffende de oorsprongsregels (WTO-GATT 1994), die is gehecht aan de op 15 april 1994 te Marrakesh ondertekende slotakte. In de overeenkomst betreffende de oorsprongsregels is bepaald dat specifieke regels inzake oorsprongsbepaling voor een aantal productsectoren in de eerste plaats gebaseerd moeten zijn op het land waar het productieproces tot een verandering van tariefindeling heeft geleid. Alleen wanneer het niet mogelijk is om aan de hand van dat criterium het land van de laatste ingrijpende be- of verwerking te bepalen, kunnen andere criteria worden gebruikt, zoals het criterium van de toegevoegde waarde of de vaststelling van een specifiek verwerkingsproces. Aangezien de Unie partij is bij die overeenkomst, is het passend om in de douanewetgeving van de Unie bepalingen vast te stellen die aansluiten bij de in die overeenkomst neergelegde beginselen om te bepalen in welk land goederen hun laatste ingrijpende be- of verwerking hebben ondergaan.
- (21)
Om te voorkomen dat de oorsprong van ingevoerde goederen wordt gemanipuleerd met als doel handelspolitieke maatregelen te omzeilen, moet de laatste ingrijpende be- of verwerking in een aantal gevallen worden aangemerkt als niet economisch verantwoord.
- (22)
Er moeten oorsprongsregels worden vastgesteld die van toepassing zijn in samenhang met de definitie van het begrip ‘producten van oorsprong’ en met cumulatie in het kader van het stelsel van algemene preferenties (SAP) van de Unie en van de eenzijdig door de Unie aangenomen preferentiële tariefmaatregelen ten gunste van bepaalde landen of gebieden, om ervoor te zorgen dat deze preferenties alleen worden verleend voor producten die werkelijk van oorsprong zijn uit SAP-begunstigde landen respectievelijk uit die landen of gebieden, en aldus ten goede komen van de begunstigden die zij tot doel hebben.
- (23)
Om onevenredige administratieve kosten te voorkomen en tegelijkertijd de bescherming van de financiële belangen van de Unie te waarborgen, moet er, in de context van vereenvoudiging en facilitering, op worden toegezien dat er passende voorwaarden worden verbonden aan de toestemming om specifieke bedragen die betrekking hebben op de douanewaarde, vast te stellen op basis van specifieke criteria.
- (24)
Er moeten berekeningsmethoden worden vastgesteld om het bedrag aan invoerrechten te bepalen dat moet worden geheven op veredelingsproducten die in het kader van actieve veredeling zijn verkregen, en voor gevallen waarin een douaneschuld is ontstaan voor veredelingsproducten die zijn voortgebracht in het kader van passieve veredeling en waarbij een specifiek invoerrecht geldt.
- (25)
Er mag geen zekerheid worden verlangd voor goederen die onder de regeling tijdelijke invoer zijn geplaatst, wanneer dit economisch niet verantwoord is.
- (26)
De meest gebruikte vormen van zekerheidstelling om de betaling van een douaneschuld te garanderen, zijn de storting van contant geld of het equivalent daarvan en borgstelling; de marktdeelnemers moeten de douaneautoriteiten evenwel een andere vorm van zekerheid kunnen stellen op voorwaarde dat deze een gelijkwaardige waarborg biedt dat het bedrag aan invoer- of uitvoerrechten dat overeenkomt met de douaneschuld en andere heffingen, zal worden betaald. Het is derhalve noodzakelijk deze andere vormen van zekerheidstelling en specifieke regels met betrekking tot het gebruik ervan vast te stellen.
- (27)
Teneinde te voorzien in een adequate bescherming van de financiële belangen van de Unie en van de lidstaten en in gelijke concurrentievoorwaarden voor de marktdeelnemers, mogen marktdeelnemers alleen in aanmerking komen voor een vermindering van het bedrag van de doorlopende zekerheid of voor ontheffing van zekerheidstelling indien zij aan bepaalde voorwaarden voldoen die hun betrouwbaarheid aantonen.
- (28)
Omwille van de rechtszekerheid dienen de regels van het wetboek betreffende de vrijgave van de zekerheid te worden aangevuld wanneer goederen onder de regeling Uniedouanevervoer zijn geplaatst en wanneer gebruik wordt gemaakt van een CPD- of ATA-carnet.
- (29)
De mededeling van de douaneschuld is onder bepaalde omstandigheden niet gerechtvaardigd wanneer het gaat om een bedrag van minder dan 10 EUR. In deze gevallen moeten de douaneautoriteiten derhalve worden vrijgesteld van de verplichting tot mededeling van de douaneschuld.
- (30)
Om invorderingsprocedures te vermijden wanneer de invoer- of uitvoerrechten waarschijnlijk zullen worden kwijtgescholden, dient te worden voorzien in een schorsing van de termijn voor de betaling van het bedrag aan rechten totdat de beschikking is gegeven. Om de financiële belangen van de Unie en de lidstaten te beschermen, moet er een zekerheid worden geëist om in aanmerking te komen voor een dergelijke schorsing, tenzij dit ernstige economische of sociale moeilijkheden zou veroorzaken. Hetzelfde moet gelden wanneer de douaneschuld is ontstaan door niet-naleving, op voorwaarde dat de betrokkene geen frauduleuze handeling of klaarblijkelijke nalatigheid kan worden verweten.
- (31)
Om eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van het wetboek te waarborgen en duidelijkheid te verschaffen over de nadere regels op basis waarvan de bepalingen van het wetboek in de praktijk moeten worden gebracht, met inbegrip van de te volgen specificaties en procedures, dienen voorschriften en verduidelijkingen te worden opgenomen met betrekking tot de voorwaarden voor een aanvraag tot terugbetaling of kwijtschelding, de mededeling van een beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding, de formaliteiten en de termijn om op terugbetaling of kwijtschelding te beschikken. Er moeten algemene bepalingen van toepassing zijn wanneer de douaneautoriteiten van de lidstaten een beschikking moeten geven, maar het is passend om een bijzondere procedure vast te stellen voor de gevallen waarin de Commissie een besluit moet nemen. Bij deze verordening wordt de procedure geregeld voor het door de Commissie te nemen besluit betreffende terugbetaling of kwijtschelding, met name wat betreft de toezending van het dossier aan de Commissie, de mededeling van het besluit en de toepassing van het recht om te worden gehoord, rekening houdende met het belang dat de Unie erbij heeft dat de douanebepalingen worden nageleefd, en met de belangen van marktdeelnemers die te goeder trouw handelen.
- (32)
Wanneer de douaneschuld tenietgaat ingevolge situaties waarbij sprake is van verzuim zonder werkelijke gevolgen voor het juiste functioneren van de douaneregeling in kwestie, moet het met name gaan om de niet-nakoming van bepaalde verplichtingen mits de niet-nakoming achteraf kan worden gecorrigeerd.
- (33)
De ervaring die is opgedaan met het elektronische systeem voor summiere aangiften bij binnenbrengen, en de vereisten op het gebied van douane die voortvloeien uit het EU-actieplan inzake beveiliging van luchtvracht (5), hebben duidelijk gemaakt dat de gegevenskwaliteit van dergelijke aangiften moet worden verbeterd, met name door de werkelijke partijen in de toeleveringsketen te verplichten goederentransacties en -bewegingen te motiveren. Aangezien contractuele afspraken de vervoerder beletten alle benodigde gegevens te verstrekken, moeten deze gevallen worden omschreven en de personen die deze gegevens bezitten en moeten verstrekken, worden bepaald.
- (34)
Om de veiligheidsgerelateerde risicoanalyse voor het luchtvervoer en, in het geval van in containers vervoerde goederen, voor het zeevervoer nog doeltreffender te maken, dienen de vereiste gegevens te worden ingediend vóór het laden van het vaartuig of luchtvaartuig, in tegenstelling tot het overige goederenvervoer, waar er ook doeltreffend een risicoanalyse kan worden verricht wanneer de gegevens worden ingediend vóór de aankomst van de goederen in het douanegebied van de Unie. Om dezelfde reden is het gerechtvaardigd om de algemene ontheffing van de verplichting tot indiening van een summiere aangifte bij binnenbrengen voor goederen die worden vervoerd krachtens de Akten van de Wereldpostunie, te vervangen door een ontheffing voor brievenpost en om de ontheffing op basis van de waarde van de goederen te schrappen omdat de waarde geen criterium kan zijn voor de beoordeling van veiligheidsrisico's.
- (35)
Om het goederenverkeer vlot te laten verlopen, is het passend bepaalde douaneformaliteiten en -controles toe te passen op de handel in Uniegoederen tussen delen van het douanegebied van de Unie waar de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (6) of Richtlijn 2008/118/EG van de Raad (7) gelden, en de rest van het douanegebied van de Unie, of op de handel tussen delen van dat gebied waar deze bepalingen niet gelden.
- (36)
Het aanbrengen van goederen bij aankomst in het douanegebied van de Unie en de tijdelijke opslag van goederen moeten in de regel plaatsvinden in de kantoren van het bevoegde douanekantoor of in de ruimte voor tijdelijke opslag die uitsluitend wordt beheerd door de houder van een door de douaneautoriteiten afgegeven vergunning. Om marktdeelnemers en douaneautoriteiten extra flexibiliteit te bieden, is het evenwel passend te voorzien in de mogelijkheid tot goedkeuring van een andere plaats dan het bevoegde douanekantoor om goederen aan te brengen of een andere plaats dan een ruimte voor tijdelijke opslag om goederen tijdelijk op te slaan.
- (37)
Om marktdeelnemers meer duidelijkheid te verschaffen met betrekking tot de douanebehandeling van goederen die het douanegebied van de Unie binnenkomen, moeten er voorschriften worden vastgesteld voor situaties waarin het vermoeden van de douanestatus van Uniegoederen niet van toepassing is. Voorts moeten er voorschriften worden vastgesteld voor situaties waarin goederen hun douanestatus als Uniegoederen behouden wanneer zij het douanegebied van de Unie tijdelijk verlaten en opnieuw binnenkomen, zodat zowel de bedrijven als de douanediensten deze goederen bij hun terugkeer efficiënt kunnen afhandelen. Er moeten voorwaarden worden vastgesteld voor het toestaan van faciliteiten bij de opstelling van het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen om de administratieve lasten voor de marktdeelnemers te verlagen.
- (38)
Om de juiste toepassing van de vrijstelling van invoerrechten te vergemakkelijken, is het passend te bepalen in welke gevallen goederen worden geacht te zijn teruggekeerd in de staat waarin zij werden uitgevoerd, alsook in welke specifieke gevallen van terugkerende goederen die in aanmerking kwamen voor maatregelen op grond van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, ook vrijstelling van invoerrechten wordt verleend.
- (39)
Wanneer regelmatig gebruik wordt gemaakt van een vereenvoudigde aangifte om goederen onder een douaneregeling te plaatsen, moet de vergunninghouder voldoen aan passende voorwaarden en criteria, die vergelijkbaar zijn met die welke van toepassing zijn op AEO's, om het adequate gebruik van die aangiften te garanderen. De voorwaarden en criteria moeten in verhouding staan tot de voordelen van het regelmatige gebruik van vereenvoudigde aangiften. Voorts moeten er geharmoniseerde regels worden vastgesteld met betrekking tot de termijnen voor het indienen van een aanvullende aangifte en eventuele bewijsstukken die ontbraken op het moment waarop de vereenvoudigde aangifte is gedaan.
- (40)
Teneinde een evenwicht te vinden tussen faciliteiten en controles, moeten passende voorwaarden worden vastgesteld, die verschillen van die welke van toepassing zijn op bijzondere regelingen, voor het gebruik van de vereenvoudigde aangifte en de inschrijving in de administratie van de aangever als een vereenvoudigde procedure om goederen onder een douaneregeling te plaatsen.
- (41)
Gezien de vereisten inzake het toezicht op de uitgang van goederen mag inschrijving in de administratie van de aangever met het oog op uitvoer of wederuitvoer slechts mogelijk zijn wanneer de douaneautoriteiten hun taken kunnen uitoefenen zonder douaneaangifte op transactiebasis, en slechts in specifieke gevallen.
- (42)
Wanneer een bedrag aan invoerrechten mogelijkerwijs niet verschuldigd zal zijn als gevolg van een verzoek om gebruik te mogen maken van een tariefcontingent, mag de vrijgave van de goederen niet afhankelijk zijn van het stellen van een zekerheid indien er geen redenen zijn om aan te nemen dat het tariefcontingent zeer binnenkort zal zijn uitgeput.
- (43)
Om te voorzien in extra flexibiliteit voor marktdeelnemers en douaneautoriteiten, moet aan erkende bananenwegers worden toegestaan weegcertificaten voor bananen op te stellen die zullen dienen als bewijsstuk voor de verificatie van de douaneaangifte voor het vrije verkeer.
- (44)
In bepaalde situaties is het passend dat er geen douaneschuld ontstaat en er geen invoerrechten verschuldigd worden door de vergunninghouder. In dergelijke gevallen moet het derhalve mogelijk zijn om de termijn voor de aanzuivering van een bijzondere regeling te verlengen.
- (45)
Om het juiste evenwicht te vinden tussen minimale administratieve lasten voor zowel de douanediensten als de marktdeelnemers enerzijds en het waarborgen van de juiste toepassing van de procedures voor douanevervoer en het voorkomen van misbruik anderzijds, moeten betrouwbare marktdeelnemers op basis van geharmoniseerde criteria in zo ruim mogelijke mate gebruik kunnen maken van vereenvoudigingen voor het douanevervoer. De vereisten om toegang te krijgen tot deze vereenvoudigingen, moeten daarom in overeenstemming worden gebracht met de voorwaarden en criteria die gelden voor marktdeelnemers die de AEO-status willen verkrijgen.
- (46)
Om mogelijke frauduleuze activiteiten te voorkomen in bepaalde gevallen van douanevervoer in samenhang met uitvoer, moeten er regels worden vastgesteld voor specifieke gevallen waarin goederen met de douanestatus van Uniegoederen onder de regeling extern douanevervoer worden geplaatst.
- (47)
De Unie is partij bij de overeenkomst inzake tijdelijke invoer(8), met inbegrip van alle latere wijzigingen daarvan (overeenkomst van Istanbul). Daarom moeten de in deze verordening vastgestelde vereisten ter zake van specifieke bestemming onder de regeling tijdelijke invoer, op grond waarvan niet-Uniegoederen tijdelijk kunnen worden gebruikt in het douanegebied van de Unie met volledige of gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten, in overeenstemming zijn met die overeenkomst.
- (48)
De douaneprocedures betreffende douane-entrepots, vrije zones, bijzondere bestemming, en actieve en passieve veredeling dienen te worden vereenvoudigd en gerationaliseerd zodat het voor bedrijven interessanter wordt om gebruik te maken van bijzondere regelingen. Daarom moeten de verschillende regelingen voor actieve veredeling volgens het terugbetalingssysteem en het schorsingssysteem, en de behandeling onder douanetoezicht worden samengebracht in één enkele regeling actieve veredeling.
- (49)
De rechtszekerheid en de gelijke behandeling van marktdeelnemers vereisen dat wordt aangegeven in welke gevallen de economische voorwaarden voor actieve en passieve veredeling dienen te worden onderzocht.
- (50)
Om bedrijven meer flexibiliteit te bieden bij het gebruik van equivalente goederen, moet het mogelijk zijn om equivalente goederen te gebruiken in het kader van de regeling passieve veredeling.
- (51)
Om de administratieve kosten te beperken, moet worden voorzien in een langere geldigheidsduur van vergunningen voor specifieke bestemming en veredeling dan die welke wordt toegepast op grond van Verordening (EEG) nr. 2454/93.
- (52)
Er moet niet alleen voor actieve veredeling een aanzuiveringsafrekening worden geëist, maar ook voor bijzondere bestemming, teneinde de invordering van invoerrechten te vergemakkelijken en aldus de financiële belangen van de Unie te vrijwaren.
- (53)
Het is passend om duidelijk te bepalen in welke gevallen goederen die onder een andere bijzondere regeling dan douanevervoer zijn geplaatst, mogen worden vervoerd, zodat geen gebruik hoeft te worden gemaakt van de regeling extern Uniedouanevervoer, hetgeen twee extra douaneaangiften zou vereisen.
- (54)
Om ervoor te zorgen dat de risicoanalyse zo doeltreffend mogelijk en zo min mogelijk verstorend kan worden verricht, dient de aangifte vóór vertrek te worden ingediend binnen termijnen die rekening houden met de bijzondere situatie van de vervoerswijze in kwestie. Voor het zeevervoer, in het geval van in containers vervoerde goederen, dienen de vereiste gegevens reeds te worden ingediend binnen een termijn voorafgaand aan het laden van het vaartuig, terwijl in de overige gevallen van het goederenvervoer de risicoanalyse ook doeltreffend kan worden verricht wanneer de gegevens worden ingediend binnen een termijn die afhankelijk is van het vertrek van de goederen uit het douanegebied van de Unie. Er moet ontheffing van de verplichting tot indiening van een aangifte vóór vertrek worden verleend wanneer op grond van het soort goederen, de vervoersvoorwaarden of de specifieke situatie van de goederen kan worden geoordeeld dat er geen gegevens in verband met veiligheidsrisico's moeten worden geëist zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de verplichtingen in verband met de aangifte tot uitvoer of wederuitvoer.
- (55)
Om de douaneautoriteiten extra flexibiliteit te bieden bij de aanpak van bepaalde onregelmatigheden in het kader van de regeling uitvoer, moet het mogelijk zijn dat de douaneaangifte op initiatief van de douane ongeldig wordt gemaakt.
- (56)
Om de wettige belangen van de marktdeelnemers te vrijwaren en de blijvende geldigheid te garanderen van beschikkingen en vergunningen die door de douaneautoriteiten zijn gegeven respectievelijk verleend op basis van de bepalingen van het wetboek en op basis van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (9) en Verordening (EEG) nr. 2454/93, dienen overgangsbepalingen te worden vastgesteld om die beschikkingen en vergunningen te kunnen aanpassen aan de nieuwe wettelijke voorschriften.
- (57)
Om de lidstaten voldoende tijd te bieden om douaneverzegelingen en verzegelingen van een bijzonder model die worden gebruikt voor de identificatie van goederen onder een regeling douanevervoer, in overeenstemming te brengen met de nieuwe, in deze verordening vastgestelde vereisten, dient te worden voorzien in een overgangsperiode gedurende welke de lidstaten gebruik kunnen blijven maken van verzegelingen die voldoen aan de technische specificaties van Verordening (EEG) nr. 2454/93.
- (58)
De algemene voorschriften tot aanvulling van het wetboek zijn nauw met elkaar verbonden en kunnen niet van elkaar worden gescheiden vanwege hun onderlinge materiële verwevenheid, terwijl ze ook horizontale regels bevatten die van toepassing zijn op verschillende douaneregelingen. Omwille van de juridische samenhang is het daarom passend ze in één verordening onder te brengen.
- (59)
De bepalingen van deze verordening moeten toepassing vinden vanaf 1 mei 2016 zodat het wetboek onverkort kan worden toegepast,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.
Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).
Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).
Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986–1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1).
Raadsdocument 16271/1/10 REV 1.
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1)
Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 12).
PB L 130 van 27.5.1993, blz. 1.
Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 91).