Einde inhoudsopgave
Wet op de rechterlijke organisatie
Artikel 72 [Samenstelling Hoge Raad. Raadsheren in buitengewone dienst, in deeltijd]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
14-10-2020, Stb. 2020, 416 (uitgifte: 04-11-2020, kamerstukken: 35550)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-06-2021, Stb. 2021, 281 (uitgifte: 18-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De Hoge Raad bestaat uit een president, ten hoogste zeven vice-presidenten, ten hoogste dertig raadsheren en ten hoogste twintig raadsheren in buitengewone dienst.
2.
De raadsheren in buitengewone dienst verrichten, als raadsheer, werkzaamheden voorzover zij daartoe door de president worden opgeroepen.
3.
Bij de Hoge Raad is een griffier werkzaam.
4.
Bij de Hoge Raad kunnen gerechtsauditeurs en een substituut-griffier werkzaam zijn.
5.
Voor de toepassing van het eerste lid worden de president van, de vice-presidenten van en de raadsheren in de Hoge Raad aan wie buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging is verleend, voor de duur van dat verlof en gedurende ten hoogste een jaar daarna buiten beschouwing gelaten.
6.
Voor de toepassing van het eerste lid worden rechterlijke ambtenaren die zijn aangesteld voor een minder dan volledige arbeidsduur, geteld overeenkomstig de breuk die hun arbeidsduur aangeeft.