Einde inhoudsopgave
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 37 Proeven en experimenten
Geldend
Geldend vanaf 26-11-2011
- Bronpublicatie:
24-03-2011, Stb. 2011, 235 (uitgifte: 24-05-2011, kamerstukken: 32372)
- Inwerkingtreding
26-11-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2011, Stb. 2011, 549 (uitgifte: 25-11-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
1.
Op aanvraag kan het college ontheffing verlenen van de verboden, bedoeld in de artikelen 19, 20, eerste lid, en 22, eerste en tweede lid, in verband met het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel in een proef of experiment voor onderzoek of ontwikkelingsdoeleinden als bedoeld in artikel 54 van verordening (EG) 1107/2009.
2.
Onze Minister kan op aanvraag een bedrijf of instelling waar proeven of experimenten worden uitgevoerd, erkennen. Op erkende bedrijven en instellingen zijn de artikelen 19, 20, eerste lid, met betrekking tot de daarin genoemde artikelen 28, eerste lid, en 55 van verordening (EG) 1107/2009, en 22, eerste en tweede lid, niet van toepassing.
3.
Aan een ontheffing of erkenning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.
4.
Bij regeling van Onze Minister kunnen ter uitvoering van artikel 54 van verordening (EG) 1107/2009 regels worden gesteld over de voorwaarden voor de verlening van een ontheffing of erkenning, bedoeld in het eerste respectievelijk tweede lid.
5.
Bij de regeling bedoeld in het vierde lid kan tevens worden bepaald dat een aanvraag eerst in behandeling wordt genomen nadat een daarvoor vastgesteld bedrag is voldaan en dat alvorens een ontheffing of erkenning kan worden verleend een onderzoek ter plaatse noodzakelijk is, waarvan de kosten ten laste van de begunstigde worden gebracht.