Einde inhoudsopgave
Besluit diervoeders 2012
Artikel 3.4 Onderzoek bij constatering verhoogde gehalten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
12-11-2012, Stb. 2012, 611 (uitgifte: 06-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2012, Stb. 2012, 659 (uitgifte: 20-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
Wanneer in producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren, verhoogde gehalten van ongewenste stoffen zijn geconstateerd, verricht Onze Minister onderzoek om de bronnen van ongewenste stoffen te identificeren, daarbij rekening houdend met de achtergrondniveaus.
2.
Het onderzoek wordt ingesteld bij overschrijding van een actiedrempel, die bij bijlage II van Richtlijn 2002/32/EG is ingesteld.
3.
Onze Minister betrekt zo mogelijk marktdeelnemers bij het onderzoek, bedoeld in het eerste lid.
4.
In afwijking van artikel 3.2 kunnen bij ministeriële regeling regels worden gesteld voor proefnemingen bij dieren met producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren om maatregelen te kunnen nemen om een verhoogd gehalte aan ongewenste stoffen te beperken of deze weg te nemen.