Einde inhoudsopgave
Mijnbouwwet
Artikel 52 [Nadere regelgeving]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
12-06-2008, Stb. 2008, 248 (uitgifte: 03-07-2008, kamerstukken: 31090)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-2010, Stb. 2010, 678 (uitgifte: 07-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ter bescherming van de veiligheid met het oog op instorting regels worden gesteld omtrent het met gebruikmaking van een boorgat, tunnel, schacht of ander ondergronds werk onttrekken aan de ondergrond van kalksteen alsmede omtrent het gebruik van een vorenbedoeld ondergronds werk voor andere doeleinden dan het onttrekken van kalksteen.
2.
De in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur kan bepalen dat:
- a.
het verrichten van de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, zonder vergunning van gedeputeerde staten van de provincie waarin het werk geheel of voor het grootste deel is gelegen, verboden is;
- b.
indien het betreft het gebruik van een ondergronds werk voor andere doeleinden dan het onttrekken van kalksteen, voor het verrichten van deze activiteiten geen vergunning maar een voorafgaande schriftelijke melding hiervan aan gedeputeerde staten van de provincie waarin het werk geheel of voor het grootste deel is gelegen, is vereist;
- c.
gedeputeerde staten van de provincie waarin het werk geheel of voor het grootste deel is gelegen bij de maatregel omschreven bevoegdheden hebben ter uitvoering van daarbij aangewezen regels.
3.
Provinciale staten van de provincie waarin het werk geheel of voor het grootste deel is gelegen, kunnen in geval van een meldingsplicht regels stellen voor het gebruik van een ondergronds werk voor andere doeleinden dan het onttrekken van kalksteen.
4.
Gedeputeerde staten van de provincie waarin het werk geheel of voor het grootste deel is gelegen, kunnen, in gevallen waarin ernstige aantasting van de veiligheid met het oog op instorting ontstaat of dreigt te ontstaan, maatregelen voorschrijven ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde activiteiten.