Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
8.1 Algemene verblijfsvoorwaarden
Geldend
Geldend vanaf 22-04-2023
- Bronpublicatie:
10-04-2023, Stcrt. 2023, 11663 (uitgifte: 21-04-2023, regelingnummer: WBV 2023/8)
- Inwerkingtreding
22-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-04-2023, Stcrt. 2023, 11663 (uitgifte: 21-04-2023, regelingnummer: WBV 2023/8)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Op grond van artikel 3.51, eerste lid, aanhef en onder a, sub 1, Vb verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verband houdend met niet-tijdelijke humanitaire gronden, als:
- 1.
gedurende vijf jaren geen grond is geweest voor intrekking van de verblijfsvergunning;
- 2.
de vreemdeling het inburgeringsexamen heeft behaald of ingevolge artikel 3.80a Vb hiervan is vrijgesteld of ontheven; en
- 3.
de vreemdeling voldoet aan de algemene toelatingsvoorwaarden van artikel 16, eerste lid, Vw, met uitzondering van de subcategorieën b, c en k.
Op grond van artikel 3.51, tweede lid, aanhef en onder a en b, Vb verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verband houdend met niet-tijdelijke humanitaire gronden, als:
- •
de vreemdeling het inburgeringsexamen heeft behaald of ingevolge artikel 3.80a Vb hiervan is vrijgesteld of ontheven; en
- •
de vreemdeling voldoet aan de algemene toelatingsvoorwaarden van artikel 16, eerste lidVw, met uitzondering van de subcategorieën c en k.
8.1.1. Verblijfsgat
De IND werpt een verblijfsgat niet tegen als voldaan wordt aan alle hierna genoemde voorwaarden:
- •
het verblijfsgat is ontstaan doordat de vreemdeling de verlengingsaanvraag niet-tijdig heeft ingediend;
- •
de vreemdeling heeft de aanvraag voor verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingediend binnen de redelijke termijn van twee jaar (zie paragraaf B1/6.1Vc); en
- •
de vreemdeling heeft gedurende vijf jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag voor verlening van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op grond van niet-tijdelijke humanitaire gronden, onafgebroken voldaan aan de inhoudelijke voorwaarden van de oorspronkelijk aan hem verleende verblijfsvergunning.
8.1.2. Vrijstellingen en ontheffingen inburgeringsvereiste
8.1.2.1. Vrijstellingen
De IND past de vrijstellingen toe genoemd in artikel 3.80a, tweede lid, Vb.
De IND verlangt niet dat de vreemdeling gedurende de acht jaren als bedoeld in artikel 3.80a, tweede lid, aanhef en onder b, Vb ononderbroken was ingeschreven als ingezetene in de BRP of rechtmatig in Nederland verbleef.
Overgangssituatie op 1 januari 2022 in verband met nieuwe Wet inburgering 2021
Op 1 januari 2022 is de Wi 2021 in werking getreden. Deze heeft als doel alle nieuwe inwoners van Nederland met een inburgeringsplicht zo snel mogelijk Nederlands te leren spreken en schrijven op het voor hen hoogst haalbare niveau, zodat zij zo goed mogelijk mee kunnen draaien in de Nederlandse samenleving.
De inburgeringseisen van de Wi 2013, inclusief vrijstellingen en ontheffingen, werken door naar de Vreemdelingenwet en het Vreemdelingenbesluit voor vreemdelingen die op tijdelijke basis in Nederland verblijven en op enig moment sterker verblijf aanvragen. Deze doorwerking van de Wi 2013 blijft ook gelden na 1 januari 2022 voor:
- •
niet-inburgeringsplichtige vreemdelingen; en
- •
inburgeringsplichtige vreemdelingen, die voor 1 januari 2022 inburgeringsplichtig zijn geworden.
Inburgeringsplichtige vreemdelingen die onder de Wi 2021 vallen en onder dat regime hun inburgeringsplicht vervullen of daarvan worden vrijgesteld, of ontheven, op basis van hun inburgeringsdiploma,- certificaat, vrijstelling of ontheffing voldoen hiermee tevens aan het inburgeringsvereiste en kunnen op basis hiervan ook sterker verblijf aanvragen. De doorwerking van het inburgeringsregime blijft derhalve gehandhaafd.
8.1.2.2. Medische ontheffing
De IND ontheft de vreemdeling op grond van artikel 3.80a, derde lid, Vb van het inburgeringsvereiste als deze aantoont vanwege zijn psychische of lichamelijke belemmering of verstandelijke handicap niet in staat te zijn om binnen vijf jaren het inburgeringsexamen te behalen. De procedure hiervoor is terug te vinden in bijlage 4 van de Regeling inburgering, zoals deze luidde tot 1 januari 2022.
8.1.2.3. Onbillijkheid van overwegende aard (ook wel: hardheidsclausule)
De IND ontheft de vreemdeling van het inburgeringsvereiste als sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard als bedoeld in artikel 3.80a, vierde lid, Vb als de vreemdeling het inburgeringsexamen niet heeft behaald, maar:
- •
de vreemdeling aantoonbaar geleverde inspanningen heeft verricht; of
- •
aangetoond is dat er sprake is van bijzondere individuele omstandigheden, als gevolg waarvan de vreemdeling niet in staat is om aan het examen deel te nemen of dat met goed gevolg af te leggen.
Daarnaast ontheft de IND de vreemdeling van het inburgeringsvereiste bij een aanvraag voor een sterker verblijfsrecht, als de vreemdeling aantoonbaar voldoende is ingeburgerd.
A. Ontheffing vanwege aantoonbaar geleverde inspanningen
De IND past in het geval het inburgeringsexamen niet is behaald in ieder geval de hardheidclausule toe, bedoeld in artikel 3.80a, vierde lid, Vb, op grond van het feit dat de vreemdeling aantoonbaar geleverde inspanningen heeft verricht, als:
- a.
de vreemdeling ten minste driemaal heeft deelgenomen aan de niet behaalde onderdelen van het inburgeringsexamen, waarvan ten hoogste twee van de examenpogingen de overeenkomstige onderdelen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal betreffen, en ten minste 600 uur bij een cursusinstelling met het Blik op Werk-keurmerk heeft deelgenomen aan:
- 1°
een inburgeringscursus;
- 2°
een combinatie van een alfabetiseringscursus en een inburgeringscursus, waarbij ten minste 200 uur besteed is aan de inburgeringscursus;
- 3°
een cursus Nederlands als tweede taal; of
- 4°
een combinatie van een inburgeringscursus en een cursus Nederlands als tweede taal.
- b.
de vreemdeling minimaal 600 uur heeft deelgenomen aan een alfabetiseringscursus bij een cursusinstelling met het Blik op Werk Keurmerk en de vreemdeling aangetoond heeft met een door DUO afgenomen toets naar het leervermogen dat de vreemdeling niet het leervermogen heeft om het inburgeringsexamen te halen; of
- c.
de vreemdeling ten minste 600 uur heeft deelgenomen aan een combinatie van een alfabetiseringscursus en een inburgeringscursus, beide aan een cursusinstelling met het Blik op werk keurmerk, waarvan ten minste 300 uur besteed is aan de alfabetiseringscursus, en uit een door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afgenomen toets blijkt dat de inburgeringsplichtige niet het leervermogen heeft om het inburgeringsexamen te halen.
DUO geeft advies of iemand voldoet aan de criteria genoemd onder a, b en c. De IND gaat bij de beoordeling van deze ontheffingsgrond in beginsel uit van het door de vreemdeling overgelegde advies van DUO. De vreemdeling die in aanmerking wil komen voor deze ontheffingsgrond moet het advies zelf aanvragen bij DUO. Voor het aanmeldformulier en meer informatie over deze procedure raadpleeg de website van DUO www.inburgeren.nl.
Tot 1 juli 2013 kon een vreemdeling zich wenden tot het ROC Amsterdam voor een advies op basis van het zogenaamde haalbaarheidsonderzoek. Adviezen die bij het ROC zijn aangevraagd vóór 1 juli 2013 zullen nog worden meegenomen door de IND bij de beoordeling van het verzoek om ontheffing.
De IND neemt het ROC-advies niet over als:
- •
dit advies op de dag van de indiening van de aanvraag ouder is dan vijf jaar;
- •
de IND constateert dat de vreemdeling in een vreemdelingenrechtelijke procedure verklaringen heeft afgelegd die in tegenspraak zijn met het advies; of
- •
op een andere manier dan uit een vreemdelingenrechtelijke procedure blijkt dat de vreemdeling een opleiding heeft afgerond.
B. Ontheffing vanwege bijzondere individuele omstandigheden
De IND past in het geval het inburgeringsexamen niet is behaald de hardheidsclausule toe, bedoeld in artikel 3.80a, vierde lid, Vb, als blijkt dat er sprake is van bijzondere individuele omstandigheden, als gevolg waarvan de vreemdeling niet in staat is om aan dat examen deel te nemen of dat met goed gevolg af te leggen.
De IND betrekt in de beoordeling van de bijzondere individuele omstandigheden:
- −
de door de vreemdeling getoonde wil om voor het inburgeringsexamen te slagen; en
- −
de door de vreemdeling geleverde inspanningen om zich voor te bereiden op en te slagen voor het inburgeringsexamen.
De IND betrekt bij de beoordeling of sprake is van bijzondere individuele omstandigheden onder meer (een combinatie van) de volgende aangevoerde aspecten:
- •
leeftijd van de vreemdeling;
- •
opleidingsniveau van de vreemdeling;
- •
de financiële situatie van de vreemdeling; of
- •
de gezondheidstoestand van de betrokken gezinsleden van de vreemdeling.
De IND betrekt bij de beoordeling of sprake is van bijzondere individuele omstandigheden in ieder geval niet de stelling dat de vreemdeling:
- •
geen aanbod tot een inburgeringsvoorziening heeft gekregen;
- •
geen inburgeringsvoorziening heeft opgelegd gekregen;
- •
geen aanbod tot een taalkennisvoorziening heeft gekregen;
- •
geen taalkennisvoorziening heeft opgelegd gekregen; of
- •
nooit heeft geweten dat hij het inburgeringsexamen moet behalen.
De IND past eveneens de hardheidsclausule toe indien de vreemdeling tegen zijn of haar wil in het land van herkomst is achtergelaten en voldoet aan de voorwaarden van artikel 3.51, eerste lid, aanhef en onder a, sub 1, Vb.
C. Ontheffing vanwege aantoonbaar voldoende inburgering (AVI)
De IND ontheft de vreemdeling van het inburgeringsvereiste bij een aanvraag voor een sterker verblijfsrecht indien de vreemdeling aantoonbaar voldoende is ingeburgerd, als bedoeld in artikel 3.80a, 3.96a en 3.107a, Vb. Onder aantoonbaar voldoende ingeburgerde vreemdelingen worden vreemdelingen bedoeld, die:
- •
ten minste 10 jaar onafgebroken als ingezetene ingeschreven zijn geweest;
- •
gedurende ten minste 5 jaar betaald werk of vrijwilligerswerk hebben verricht in Nederland; en
- •
de vaardigheden in de Nederlandse taal als bedoeld in artikel 2.9, onderdelen a en b, van het Besluit inburgering, zoals deze luidde tot 1 januari 2022, beheersen op het in dat artikel bedoelde niveau.
De vreemdeling die in aanmerking wil komen voor deze ontheffingsgrond moet hiervoor een advies aanvragen bij DUO en deze meesturen bij de aanvraag voor een sterker verblijf. De IND gaat bij de beoordeling van de ontheffingsgrond in beginsel uit van het door de vreemdeling overgelegde advies van DUO. Voor meer informatie wordt verwezen naar de website van DUO.