Einde inhoudsopgave
Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 18-06-2021
- Bronpublicatie:
15-06-2021, Stcrt. 2021, 31799 (uitgifte: 17-06-2021, regelingnummer: WJZ / 21156348)
- Inwerkingtreding
18-06-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-06-2021, Stcrt. 2021, 31799 (uitgifte: 17-06-2021, regelingnummer: WJZ / 21156348)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
1.
Bij gebruik van frequentieruimte met de bestemming ‘maritiem mobiele communicatie’ aan boord van een schip is het radioapparaat dat aan boord van het schip gebruikt wordt, geregistreerd voor gebruik aan boord van dat schip en wordt, onverlet artikel 8, voldaan aan de volgende voorschriften:
- a.
een maritiem mobiel radioapparaat gebruikt geen onjuiste of misleidende identificatie;
- b.
het berichtenverkeer wordt kort en zakelijk gehouden en het zendgedeelte van het radioapparaat wordt niet onnodig ingeschakeld;
- c.
bij een radioapparaat met een alarmeringsfunctie dat abusievelijk in werking is getreden, herroept de geregistreerde de melding voor zover daartoe communicatiemiddelen beschikbaar zijn;
- d.
een EPIRB wordt uitsluitend gebruikt voor alarmering indien sprake is van onmiddellijk dreigend gevaar voor bemanning en het schip en indien alarmering met andere middelen niet of niet meer mogelijk is;
- e.
radioapparaten die een alarmerings- of noodfunctie hebben, worden zodanig geprogrammeerd dat zij bij gebruik automatisch het MMSI-nummer of de toegewezen letters of cijfers ter identificatie van het radiostation gebruiken;
- f.
versleutelde radiocommunicatie door middel van een MF- of MF/HF-radioapparaat vindt uitsluitend plaats op frequenties bestemd voor radiotelefonieverkeer tussen schepen;
- g.
bij versleutelde radiocommunicatie als bedoeld in onderdeel f wordt tijdens de uitzending en ten minste eenmaal per periode van vijf minuten de in artikel 6, derde lid, bedoelde combinatie van letters of cijfers onversleuteld uitgezonden;
- h.
bij gebruik van een marifoon of portofoon is de antenne hiervan verticaal polariserend en rondstralend;
- i.
in het werkingsgebied van de Regionale Regeling zijn de marifoon binnenvaart, de combi-marifoon, de AIS-transponder en de maritieme portofoon voorzien van een systeem voor automatische zenderidentificatie en wordt de door de Minister verstrekte zenderidentificatie gebruikt;
- j.
een portofoon in de VHF-band wordt alleen gebruikt in combinatie met een marifoon, met dien verstande dat de pleziervaart in het werkingsgebied van de Regionale Regeling kan volstaan met het gebruik van alleen een portofoon.