Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2111/2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij, en tot intrekking van artikel 9 van Richtlijn 2004/36/EG
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2006
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2006, L 291).
- Bronpublicatie:
14-12-2005, PbEU 2005, L 344 (uitgifte: 27-12-2005, regelingnummer: 2111/2005)
14-12-2005, PbEU 2005, L 344 (uitgifte: 27-12-2005, regelingnummer: 2111/2005)
- Inwerkingtreding
16-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2005, PbEU 2005, L 344 (uitgifte: 27-12-2005, regelingnummer: 2111/2005)
14-12-2005, PbEU 2005, L 344 (uitgifte: 27-12-2005, regelingnummer: 2111/2005)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a)
‘luchtvaartmaatschappij’: een luchtvervoersonderneming met een geldige exploitatietoestemming of een gelijkwaardig document;
- b)
‘vervoerscontract’: een contract voor of met inbegrip van luchtvervoersdiensten, waaronder begrepen vervoer middels twee of meer vluchten die door dezelfde of verschillende luchtvaartmaatschappijen worden verzorgd;
- c)
‘luchtvervoerscontractant’: een luchtvaartmaatschappij die een vervoerscontract met een passagier sluit of; indien het contract een pakket omvat, de touroperator. Elke ticketverkoper wordt eveneens als een luchtvervoerscontractant beschouwd;
- d)
‘ticketverkoper’: een verkoper van een vliegticket die geen luchtvaartmaatschappij of touroperator is en die, hetzij voor een afzonderlijke vlucht of als onderdeel van een pakket, een vervoerscontract met een reiziger tot stand brengt;
- e)
‘exploiterende luchtvaartmaatschappij’: een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert of voornemens is uit te voeren uit hoofde van een met een passagier gesloten vervoerscontract, dan wel namens een andere natuurlijke of rechtspersoon, die een vervoerscontract met die passagier heeft;
- f)
‘exploitatietoestemming of technische toestemming’: elke wettelijke of bestuursrechtelijke maatregel van een lidstaat die een luchtvaartmaatschappij toestaat luchtvervoersdiensten naar en vanuit de luchthavens van die lidstaat te exploiteren dan wel in het luchtruim van die lidstaat te opereren of verkeersrechten te gebruiken;
- g)
‘exploitatieverbod’: afwijzing, opschorting, intrekking of inperking van de exploitatietoestemming of technische toestemming van een luchtvaartmaatschappij om veiligheidsredenen, of gelijkwaardige veiligheidsmaatregelen jegens een luchtvaartmaatschappij die geen verkeersrechten in de Gemeenschap geniet maar waarvan de vliegtuigen anders via een leaseovereenkomst in de Gemeenschap geëxploiteerd zouden kunnen worden;
- h)
‘pakket’: de diensten gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 90/314/EEG;
- i)
‘reservatie’: het feit dat de passagier over een ticket of ander bewijsmiddel beschikt waaruit blijkt dat zijn reservatie is aanvaard en geregistreerd door de luchtvervoerscontractant;
- j)
‘geldende veiligheidsnormen’: de internationale veiligheidsnormen neergelegd in het Verdrag van Chicago en de bijlagen daarbij alsmede, voorzover van toepassing, die in de desbetreffende communautaire wetgeving.