Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/23 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010, enz.
Artikel 43 Overbruggings-CTP: procedurevoorschriften
Geldend
Geldend vanaf 11-02-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, PbEU 2021, L 22 (uitgifte: 22-01-2021, regelingnummer: 2021/23)
- Inwerkingtreding
11-02-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2020, PbEU 2021, L 22 (uitgifte: 22-01-2021, regelingnummer: 2021/23)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De overbruggings-CTP voldoet aan de volgende vereisten:
- a)
de overbruggings-CTP vraagt de goedkeuring van de afwikkelingsautoriteit voor:
- i)
de statuten van de overbruggings-CTP;
- ii)
de leden van de raad van de overbruggings-CTP, indien deze leden niet rechtstreeks zijn benoemd door de afwikkelingsautoriteit;
- iii)
de verantwoordelijkheden en de bezoldiging van de leden van de raad van de overbruggings-CTP, indien de bezoldiging en de verantwoordelijkheden niet zijn vastgesteld door de afwikkelingsautoriteit, en
- iv)
de strategie en het risicoprofiel van de overbruggings-CTP, en
- b)
de overbruggings-CTP neemt de machtigingen van de CTP in afwikkeling over om de diensten of de activiteiten te verrichten die voortvloeien uit de in artikel 42, lid 1, van deze verordening, bedoelde overdracht overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012.
Niettegenstaande de eerste alinea, onder b), en indien dit noodzakelijk is om de afwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken, kan de overbruggings-CTP een vergunning krijgen zonder gedurende een korte periode aan het begin van haar bedrijfsactiviteiten te voldoen aan Verordening (EU) nr. 648/2012. De afwikkelingsautoriteit vraagt deze vergunning aan bij de bevoegde autoriteit. Indien de bevoegde autoriteit het verzoek inwilligt, geeft zij aan voor welke periode de overbruggings-CTP ontheffing van de vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt verleend. Deze periode mag niet langer duren dan twaalf maanden. Gedurende die periode wordt de overbruggings-CTP voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 575/2013 beschouwd als een gekwalificeerde CTP als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 88, van die verordening.
Niettegenstaande de in de tweede alinea bedoelde periode geldt, in het geval van prudentiële vereisten uit hoofde van titel IV, hoofdstuk 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012, de ontheffing slechts voor een periode van ten hoogste drie maanden. De ontheffing kan worden verlengd met nog een of twee perioden van ten hoogste drie maanden indien dit nodig is voor het verwezenlijken van de afwikkelingsdoelstellingen.
2.
Onder voorbehoud van beperkingen overeenkomstig het mededingingsrecht van de Unie of het nationale mededingingsrecht beheert het management van de overbruggings-CTP deze met de doelstelling om de continuïteit van de kritieke functies van de overbruggings-CTP te handhaven en de overbruggings-CTP of haar activa, rechten, verplichtingen en passiva, aan een of meer kopers uit de particuliere sector te verkopen. Deze verkoop vindt plaats wanneer de marktomstandigheden geschikt zijn en binnen de in lid 5 en, waar toepasselijk, lid 6 bedoelde termijn.
3.
In de volgende gevallen besluit de afwikkelingsautoriteit dat de overbruggings-CTP niet langer een overbruggings-CTP in de zin van artikel 42, lid 2, is:
- a)
de afwikkelingsdoelstellingen zijn verwezenlijkt;
- b)
de overbruggings-CTP fuseert met een andere entiteit;
- c)
de overbruggings-CTP voldoet niet langer aan de vereisten in artikel 42, lid 2;
- d)
de overbruggings-CTP of vrijwel al haar activa, rechten, verplichtingen of passiva zijn verkocht overeenkomstig de leden 2 en 4 van dit artikel;
- e)
de termijn die in lid 5 van dit artikel of, waar toepasselijk, lid 6 van dit artikel is vermeld, verstrijkt;
- f)
de door de overbruggings-CTP geclearde contracten zijn uitgevoerd, vervallen of vroegtijdig beëindigd en de rechten en verplichtingen van de CTP in verband met die contracten zijn daarmee volledig voldaan.
4.
Vóór de verkoop van de overbruggings-CTP of van haar activa, rechten, verplichtingen of passiva maakt de afwikkelingsautoriteit de beschikbaarheid bekend van de onderdelen die bestemd zijn om te worden verkocht, en zorgt zij ervoor dat deze openlijk en transparant worden aangeboden en dat ze niet wezenlijk onjuist worden weergegeven.
De afwikkelingsautoriteit voert de verkoop als bedoeld in de eerste alinea onder commerciële voorwaarden uit zonder ongepaste bevoordeling of discriminatie van potentiële kopers.
5.
De afwikkelingsautoriteit beëindigt de bedrijfsactiviteiten van een overbruggings-CTP twee jaar na de datum waarop de laatste overdracht vanuit de CTP in afwikkeling plaatsvindt.
Wanneer de afwikkelingsautoriteit de bedrijfsactiviteiten van een overbruggings-CTP beëindigt, verzoekt zij de bevoegde autoriteit de vergunning van de overbruggings-CTP in te trekken.
6.
De afwikkelingsautoriteit kan de in lid 5 bedoelde periode met een of meer extra perioden van een jaar verlengen indien deze verlenging noodzakelijk is om de resultaten als bedoeld in lid 3, onder a) tot en met d), te bereiken.
Het besluit om de in lid 5 bedoelde periode te verlengen wordt gemotiveerd en bevat een gedetailleerde beoordeling van de situatie van de overbruggings-CTP met betrekking tot de relevante marktomstandigheden en -vooruitzichten.
7.
Indien de bedrijfsactiviteiten van een overbruggings-CTP in de in lid 3, onder d) of e), bedoelde situaties worden beëindigd, wordt de overbruggings-CTP volgens normale insolventieprocedures geliquideerd.
Tenzij in deze verordening anders is bepaald, komen alle opbrengsten die voortvloeien uit de beëindiging van de overbruggings-CTP toe aan haar aandeelhouders.
Indien een overbruggings-CTP voor de overdracht van activa en passiva van meer dan één CTP in afwikkeling wordt gebruikt, worden de opbrengsten als bedoeld in de tweede alinea toegekend onder verwijzing naar de activa en passiva die vanuit elke CTP in afwikkeling zijn overgedragen.