Einde inhoudsopgave
Wet explosieven voor civiel gebruik
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 21-10-2016
- Bronpublicatie:
05-10-2016, Stb. 2016, 374 (uitgifte: 20-10-2016, kamerstukken: 34448)
- Inwerkingtreding
21-10-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-10-2016, Stb. 2016, 374 (uitgifte: 20-10-2016, kamerstukken: 34448)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Deze wet is niet van toepassing op:
- a.
explosieven die bestemd zijn om te worden gebruikt door de krijgsmacht of de politie;
- b.
pyrotechnische artikelen, die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2013/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen (herschikking) (PbEU 2013, L 178) vallen; en
- c.
munitie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 4°, van de Wet wapens en munitie.
2.
De artikelen 3, eerste lid, onderdeel d, en derde lid, en 21, tweede lid, onderdeel a tot en met f, derde en vierde lid, zijn niet van toepassing op bijzondere explosieven.
3.
Een wijziging van de in het eerste lid genoemde richtlijn met gevolgen voor de daarbij als zodanig aangewezen pyrotechnische artikelen gaat voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen gelden met ingang van de dag waarop aan de desbetreffende wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.