Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 6.14 De registratieprocedure
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
23-02-2022, Stb. 2022, 116 (uitgifte: 21-03-2022, kamerstukken: 35946)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2022, Stb. 2022, 117 (uitgifte: 22-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Het instellingsbestuur doet een aanvraag tot registratie van een opleiding waaraan accreditatie is verleend. Indien er sprake is van het ongedaan maken van een samenvoeging als bedoeld in artikel 6.2, vijfde lid, onderdeel b, doet het instellingsbestuur een nieuwe aanvraag tot registratie van de oorspronkelijke opleidingen. Voor zover er sprake is van het behoud van accreditatie bestaande opleiding doet het accreditatieorgaan een melding tot het registreren van de bevestiging, bedoeld in artikel 5.16, derde lid, en het daarbij vermelden van de datum waarop het eerstvolgende visitatierapport moet worden overgelegd.
2.
De aanvraag geschiedt onder vermelding van de gegevens, bedoeld in artikel 6.13, vierde lid. Bij de aanvraag voegt het instellingsbestuur het besluit, bedoeld in artikel 5.8, eerste lid, artikel 5.16, eerste lid, of artikel 5.22, tweede lid, en het besluit, bedoeld in artikel 6.2, eerste lid. Het instellingsbestuur dat een aanvraag doet voor registratie van een masteropleiding in het wetenschappelijk onderwijs voegt zo nodig het besluit, bedoeld in[lees: in artikel] 7.5c, eerste lid, toe.
3.
Onze Minister registreert binnen een redelijke termijn de opleiding overeenkomstig de door het instellingsbestuur verstrekte gegevens in de Registratie instellingen en opleidingen.
4.
Indien de gegevens niet volledig zijn of de indeling in de Registratie instellingen en opleidingen naar het oordeel van Onze Minister in redelijkheid niet passend kan worden geacht voor de opleiding stelt Onze Minister het instellingsbestuur in de gelegenheid om, binnen een door Onze Minister te bepalen termijn, te voorzien in de ontbrekende gegevens onderscheidenlijk de indeling te herzien. Hij houdt daarbij rekening met de termijn, bedoeld in artikel 5.8, eerste lid, onderdelen a en b. Onverminderd artikel 6.15 weigert Onze Minister registratie in het register uitsluitend, indien Onze Minister de gegevens binnen deze termijn niet of niet volledig heeft ontvangen, indien hij constateert dat de gegevens niet juist zijn, of indien de herziene indeling naar het oordeel van Onze Minister in redelijkheid niet passend geoordeeld kan worden voor de opleiding.
5.
Indien Onze Minister constateert dat de gegevens in de Registratie instellingen en opleidingen onvolledig of onjuist zijn of de indeling niet passend is voor de opleiding, kunnen de gegevens of de indeling door Onze Minister aangepast worden.
6.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing bij wijziging van de gegevens, bedoeld in artikel 6.13, vierde en vijfde lid.