Einde inhoudsopgave
Besluit handel in emissierechten
Artikel 5
Geldend
Geldend van 01-01-2021 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
09-10-2019, Stb. 2019, 359 (uitgifte: 23-10-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2019, Stb. 2019, 359 (uitgifte: 23-10-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop de aanvraag om een vergunning krachtens artikel 16.5, en de aanvraag krachtens artikel 16.20a, eerste lid, van de wet moeten geschieden, de gegevens en de bescheiden die door de aanvrager moeten worden verstrekt met het oog op de beslissing op de aanvraag, en de wijze waarop die gegevens moeten worden verkregen. Bij de aanvraag om een vergunning wordt een monitoringsplan ingediend.
2.
Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat in daarbij aangegeven gevallen en met inachtneming van bij die regeling te stellen eisen:
- a.
bij het bepalen van de jaarvracht van een broeikasgasinstallatie tevens rekening wordt gehouden met emissies van een met betrekking tot die activiteit aangeduid broeikasgas in de lucht, die worden veroorzaakt door activiteiten die in de broeikasgasinstallatie worden verricht en die behoren tot een categorie van activiteiten die in de bij dit besluit behorende bijlage I is genoemd, indien de bron van die emissies zich buiten de broeikasgasinstallatie bevindt;
- b.
bij het bepalen van de jaarvracht van een broeikasgasinstallatie geen rekening wordt gehouden met emissies van een met betrekking tot die activiteit aangeduid broeikasgas in de lucht, die worden veroorzaakt door activiteiten die in de broeikasgasinstallatie worden verricht en die behoren tot een categorie van activiteiten die in de bij dit besluit behorende bijlage I is genoemd, indien de bron van die emissies zich buiten de broeikasgasinstallatie bevindt.