Einde inhoudsopgave
Besluit handel in emissierechten
Bijlage I
Geldend
Geldend van 30-03-2024 tot 01-01-2026. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
26-03-2024, Stb. 2024, 75 (uitgifte: 29-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-03-2024, terugwerkend tot: 01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2024, Stb. 2024, 75 (uitgifte: 29-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
behorende bij het Besluit handel in emissierechten
Categorieën van activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a:
Activiteiten | Broeikasgassen |
---|---|
Categorie A | |
1. Verbranden van brandstof in verbrandingseenheden met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 megawatt per broeikasgasinstallatie en verbranden van brandstoffen in installaties voor de verbranding van stedelijk afval met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 megawatt per broeikasgasinstallatie | CO2 |
2. Raffinage van olie waarbij verbrandingseenheden met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 megawatt worden gebruikt | CO2 |
3. Productie van cokes | CO2 |
Categorie B | |
4. Roosteren en sinteren, met inbegrip van pelletiseren, van ertsen (met inbegrip van zwavelhoudend erts) | CO2 |
5. Productie van ijzer of staal (primaire of secundaire smelting) inclusief continugieten, met een capaciteit van meer dan 2,5 ton per uur | CO2 |
6. Productie of bewerking van ferrometalen (inclusief ferrolegeringen) waarbij verbrandingseenheden met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 megawatt worden gebruikt. Onder bewerking wordt onder andere verstaan: behandeling in een walserij, herverhitter, gloeioven, smederij of gieterij dan wel coating of beitsen | CO2 |
7. Productie van primair aluminium of aluminiumoxide | CO2 en perfluorkoolwaterstoffen |
8. Productie van secundair aluminium waarbij verbrandingseenheden met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 megawatt worden gebruikt | CO2 |
9. Productie of bewerking van non-ferrometalen, met inbegrip van de productie van legeringen, raffinage, gieterijen en dergelijke, waarbij verbrandingseenheden met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen (met inbegrip van brandstoffen die als reductoren worden ingezet) van meer dan 20 megawatt worden gebruikt | CO2 |
Categorie C | |
10. Productie van cementklinkers in draaiovens met een productiecapaciteit van meer dan 500 ton per dag of in andere ovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag | CO2 |
11. Productie van kalk of het calcineren van dolomiet of magnesiet in draaiovens of in andere ovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag | CO2 |
12. Fabricage van glas, met inbegrip van de fabricage van glasvezels, met een smeltcapaciteit van meer dan 20 ton per dag | CO2 |
13. Fabricage van keramische producten door middel van verhitting, met name dakpannen, bakstenen, vuurvaste stenen, tegels, aardewerk of porselein, met een productiecapaciteit van meer dan 75 ton per dag | CO2 |
14. Fabricage van isolatiemateriaal uit minerale wol met gebruikmaking van glas, steen of slakken met een smeltcapaciteit van meer dan 20 ton per dag | CO2 |
15. Drogen of calcineren van gips of het produceren van gipsplaten en andere gipsproducten, met een productiecapaciteit van gecalcineerd gips of droog secundair gips van meer dan 20 ton per dag | CO2 |
Categorie D | |
16. Productie van pulp uit hout of andere vezelhoudende materialen | CO2 |
17. Productie van papier of karton met een productiecapaciteit van meer dan 20 ton per dag | CO2 |
18. Productie van roet waarbij organische stoffen zoals olie, teer en kraak- en destillatieresiduen worden verkoold, met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag | CO2 |
19. Productie van salpeterzuur | CO2 en N2O |
20. Productie van adipinezuur | CO2 en N2O |
21. Productie van glyoxal en glyoxylzuur | CO2 en N2O |
22. Productie van ammoniak | CO2 |
23. Productie van organische bulkchemicaliën door kraken, reforming, gedeeltelijke of volledige oxidatie of vergelijkbare processen, met een productiecapaciteit van meer dan 100 ton per dag | CO2 |
24. Productie van waterstof (H2) en synthesegas met een productiecapaciteit van meer dan 5 ton per dag | CO2 |
25. Productie van natriumcarbonaat (Na2CO3) en natriumbicarbonaat (NaHCO3) | CO2 |
26. Afvangen van broeikasgassen van broeikasgasinstallaties die onder de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten vallen met het oog op transport en geologische opslag op een opslaglocatie als bedoeld in artikel 3, onder 3, van richtlijn nr. 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 140) waarvoor krachtens hoofdstuk 3 van die richtlijn vergunning is verleend | CO2 |
27. Transport van broeikasgassen voor geologische opslag in een opslaglocatie waarvoor krachtens Richtlijn 2009/31/EG een vergunning is verleend, met uitzondering van de emissies die onder een andere activiteit uit hoofde van deze richtlijn vallen | CO2 |
28. Geologische opslag van broeikasgassen in een opslaglocatie als bedoeld onder 26 | CO2 |
Samentelregel:
Voor het bepalen of het totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van een broeikasgasinstallatie meer dan 20 megawatt thermisch bedraagt, worden eenheden met een vermogen van minder dan 3 megawatt thermisch en eenheden die uitsluitend biomassa gebruiken buiten beschouwing gelaten.