Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden
Artikel 51 Samenloop met instrumenten en aanvullende verdragen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
23-11-2007, Trb. 2011, 144 (uitgifte: 19-08-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2021, Trb. 2021, 34 (uitgifte: 16-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
Dit Verdrag laat onverlet alle vóór dit Verdrag gesloten internationale instrumenten waarbij de verdragsluitende partijen partij zijn en die bepalingen bevatten die van toepassing zijn op in dit Verdrag geregelde aangelegenheden.
2.
Elke verdragsluitende staat kan met een of meer verdragsluitende staten verdragen sluiten die bepalingen bevatten inzake in dit Verdrag geregelde aangelegenheden teneinde de toepassing van het Verdrag tussen hen te verbeteren, mits deze verdragen verenigbaar zijn met de doelstellingen van het Verdrag en de toepassing van de bepalingen van het Verdrag in de betrekkingen van deze staten met andere verdragsluitende staten onverlet laten. De staten die een dergelijk verdrag hebben gesloten, zenden een afschrift daarvan aan de depositaris van het Verdrag.
3.
Het eerste en tweede lid zijn ook van toepassing op wederkerige regelingen en op eenvormige wetten die zijn gebaseerd op het bestaan van bijzondere banden tussen de betrokken staten.
4.
Dit Verdrag laat de toepassing onverlet van instrumenten van een regionale organisatie voor economische integratie die partij is bij dit Verdrag, die zijn aangenomen na het sluiten van het Verdrag inzake in het Verdrag geregelde aangelegenheden, mits deze instrumenten de toepassing van de bepalingen van het Verdrag in de betrekkingen van lidstaten van de regionale organisatie voor economische integratie met andere verdragsluitende staten onverlet laten. Wat de erkenning of tenuitvoerlegging van beslissingen tussen lidstaten van de regionale organisatie voor economische integratie betreft, laat het Verdrag de regels van de regionale organisatie voor economische integratie onverlet, ongeacht of deze voor of na het sluiten van het Verdrag zijn aangenomen.