Einde inhoudsopgave
Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 15 Ruilvoet en opbouwkeuzevoet
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
22-06-2023, Stb. 2023, 217 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 218 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Per geboden keuzemogelijkheid als bedoeld in artikel 60, 61, 61a of 62 van de Pensioenwet dan wel artikel 72, 73, 73a, of 74 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt door de pensioenuitvoerder voor een door hem te bepalen periode voor alle deelnemers en gewezen deelnemers dezelfde ruilvoet of opbouwkeuzevoet vastgesteld.
2.
De ruilvoet en opbouwkeuzevoet worden zodanig vastgesteld dat sprake is van collectieve actuariële gelijkwaardigheid als bedoeld in de artikelen 60, vijfde lid, 61, vierde lid, en 62, eerste lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 72, vijfde lid, 73, vierde lid en 74, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
3.
In afwijking van het eerste lid kan aan een gewezen deelnemer de ruilvoet worden toegekend, die geldt op de dag van beëindiging van de deelneming.