Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1321/2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen
Artikel 4 Erkenningen van organisaties die bij permanente luchtwaardigheid zijn betrokken
Geldend
Geldend vanaf 02-12-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 2-12-2022.
- Bronpublicatie:
08-11-2021, PbEU 2021, L 400 (uitgifte: 12-11-2021, regelingnummer: 2021/1963)
- Inwerkingtreding
02-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-11-2021, PbEU 2021, L 400 (uitgifte: 12-11-2021, regelingnummer: 2021/1963)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Organisaties die betrokken zijn bij de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en daarop te monteren componenten, met inbegrip van het onderhoud, worden op hun verzoek erkend door de bevoegde autoriteit, overeenkomstig de voorschriften van bijlage II (Deel-145), bijlage V quater (Deel-CAMO) of bijlage V quinquies (Deel-CAO), al naargelang van toepassing op de respectieve organisaties.
2.
Bij wijze van uitzondering op lid 1 kunnen organisaties tot 24 september 2020 op verzoek een erkenning krijgen van de bevoegde autoriteit overeenkomstig subdelen F en G van bijlage I (Deel-M). Alle overeenkomstig subdeel F en subdeel G van bijlage I (Deel-M) afgegeven erkenningen zijn geldig tot en met 24 maart 2022.
3.
Certificaten van erkenning als onderhoudsorganisatie die door een lidstaat zijn afgegeven of erkend overeenkomstig de in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1) vermelde certificeringsspecificatie JAR-145 en die vóór 29 november 2003 geldig waren, worden geacht te zijn afgegeven overeenkomstig de eisen van bijlage II (Deel-145) bij deze verordening.
4.
Als organisaties die houder zijn van een overeenkomstig subdeel F of subdeel G van bijlage I (Deel-M) of overeenkomstig bijlage II (Deel-145) afgegeven geldig erkenningscertificaat daarom verzoeken, geeft de bevoegde autoriteit het in aanhangsel I bij bijlage V quinquies (Deel-CAO) opgenomen formulier 3-CAO af; daarna houdt de bevoegde autoriteit toezicht op deze organisaties overeenkomstig bijlage V quinquies (Deel-CAO).
De rechten van dergelijke organisaties uit hoofde van de overeenkomstig bijlage V quinquies (Deel-CAO) afgegeven erkenning moeten dezelfde zijn als de rechten uit hoofde van de erkenning die overeenkomstig subdeel F of subdeel G van bijlage I (Deel-M) of bijlage II (Deel-145) is afgegeven. Die rechten mogen echter niet verder gaan dan de rechten van een in sectie A van bijlage V quinquies (deel-CAO) bedoelde organisatie.
Bij wijze van uitzondering op CAO.B.060 van bijlage V quinquies (Deel-CAO) mag de organisatie tot 24 maart 2022 alle bevindingen van niet-naleving van de eisen van bijlage V quinquies (Deel-CAO) die niet zijn opgenomen in subdeel F of subdeel G van bijlage I (Deel-M) of in bijlage II (Deel-145), corrigeren.
Als de organisatie deze bevindingen niet uiterlijk op 24 maart 2022 heeft afgesloten, wordt het erkenningscertificaat geheel of gedeeltelijk ingetrokken, beperkt of opgeschort.
5.
Als organisaties die houder zijn van een overeenkomstig subdeel G van bijlage I (Deel-M) afgegeven certificaat waarbij zij worden erkend als organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid daarom verzoeken, geeft de bevoegde autoriteit overeenkomstig bijlage V quater (Deel-CAMO) een EASA-formulier 14 af; daarna houdt de bevoegde autoriteit toezicht op deze organisaties overeenkomstig bijlage V quater (Deel-CAMO).
Bij wijze van uitzondering op CAMO.B.350 van bijlage V quater (Deel-CAMO) mag de organisatie tot 24 maart 2022 alle bevindingen van niet-naleving van de eisen van bijlage V quater (Deel-CAMO) die niet zijn opgenomen in subdeel G van bijlage I (Deel-M), corrigeren.
Als de organisatie deze bevindingen niet uiterlijk op 24 maart 2022 heeft afgesloten, wordt het erkenningscertificaat geheel of gedeeltelijk ingetrokken, beperkt of opgeschort.
6.
Certificaten en goedkeuringen van onderhoudsprogramma’s voor luchtvaartuigen die zijn afgegeven overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1321/2014, zoals van toepassing vóór 24 maart 2020, worden geacht te zijn afgegeven overeenkomstig deze verordening.
7.
In afwijking van de punten 1 en 2 van punt 145.B.350 d) van bijlage II (deel 145), mag een onderhoudsorganisatie die houder is van een geldig erkenningscertificaat dat is afgegeven overeenkomstig bijlage II (deel 145) alle bevindingen van niet-naleving in verband met de bij Verordening (EU) 2021/1963 van de Commissie (2)ingevoerde eisen van bijlage II tot 2 december 2024 corrigeren.
Als de organisatie die bevindingen niet uiterlijk op 2 december 2024 heeft afgesloten, wordt het erkenningscertificaat geheel of gedeeltelijk ingetrokken, beperkt of opgeschort.
Voetnoten
Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad van 16 december 1991 inzake de harmonisatie van technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van de burgerluchtvaart (PB L 373 van 31.12.1991, blz. 4).
PB L 400 van 12.11.2021, blz. 18.