Einde inhoudsopgave
Regeling langdurige zorg
Artikel 4.6 [Extra vrijlating]
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
11-09-2023, Stcrt. 2023, 25444 (uitgifte: 18-09-2023, regelingnummer: 1052294-3662503-DMO)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-09-2023, Stcrt. 2023, 25444 (uitgifte: 18-09-2023, regelingnummer: 1052294-3662503-DMO)
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
Het bedrag van de extra vrijlating, bedoeld in artikel 4.2, aanhef en onder d, bedraagt 25% van het verschil tussen het op grond van artikel 3.3.2.3, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit, na toepassing van de artikelen 4.3 tot en met 4.5, berekende bedrag en:
- a.
€ 10.028, indien het gaat om een ongehuwde verzekerde die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;
- b.
€ 11.766, indien het gaat om gehuwde verzekerden tezamen, waarvan ten minste één de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;
- c.
€ 7.555, indien het gaat om een ongehuwde verzekerde die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt, of
- d.
€ 15.281, indien het gaat om gehuwde verzekerden tezamen die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt.