Einde inhoudsopgave
Wegenverkeerswet 1994
Artikel 126 [Rijbewijzenregister]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
24-03-2023, Stb. 2023, 158 (uitgifte: 11-05-2023, kamerstukken: 34972)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2023, Stb. 2023, 160 (uitgifte: 11-05-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
Verkeersrecht (V)
1.
Er is een rijbewijzenregister. De Dienst Wegverkeer is beheerder en verwerkingsverantwoordelijke van het rijbewijzenregister.
2.
In het rijbewijzenregister worden gegevens, waaronder mede begrepen persoonsgegevens, bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, verwerkt voor de volgende doeleinden:
- a.
een goede uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet en voor de handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde voorschriften;
- b.
om overheidsorganen te voorzien van gegevens, waaronder mede begrepen persoonsgegevens, bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, uit het rijbewijzenregister, voor zover zij aangeven deze gegevens nodig te hebben voor een goede uitoefening van hun publieke taak;
- c.
het ter beschikking stellen van gegevens, waaronder mede begrepen persoonsgegevens, bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, aan autoriteiten buiten Nederland en instellingen van internationale organisaties, voor zover zij deze gegevens nodig hebben voor de uitoefening van hun taak;
- d.
het ter beschikking stellen van gegevens, waaronder mede begrepen persoonsgegevens, bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, aan personen of instanties, niet zijnde de in artikel 127, eerste tot en met derde lid, bedoelde instanties, voor zover zij deze gegevens nodig hebben voor de uitoefening van hun taak.
3.
In het rijbewijzenregister worden gegevens, waaronder mede begrepen persoonsgegevens, bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, verwerkt omtrent:
- a.
de rijvaardigheid en de geschiktheid van de aanvrager;
- b.
de aanvraag van rijbewijzen en eventuele weigering daarvan;
- c.
de afgifte van rijbewijzen;
- d.
de op het rijbewijs te vermelden getuigschriften van vakbekwaamheid en getuigschriften van nascholing;
- e.
afgegeven kwalificatiekaarten bestuurder als bedoeld in artikel 151g, vierde lid;
- f.
ontzeggingen van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen, alsmede de uitvoering van artikel 123b;
- g.
besluiten, genomen in het kader van de procedure op grond van de artikelen 130 tot en met 134;
- h.
andere maatregelen dan de in de onderdelen f en g genoemde, die leiden tot een beperking of intrekking van de rijbevoegdheid of de ongeldigheid van het rijbewijs;
- i.
de begeleider;
- j.
de aanvraag en afgifte van begeleiderspassen;
- k.
het verlies van geldigheid of de ongeldigverklaring van begeleiderspassen overeenkomstig artikel 111a, vierde lid, respectievelijk artikel 111a, vijfde lid.
3a.
In het kader van het register verwerkt de Dienst Wegverkeer voorts gegevens omtrent de op het rijbewijs geplaatste publieke identificatiemiddel als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Wet digitale overheid.
4.
De Dienst Wegverkeer mag persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, verwerken voor zover dit verband houdt met de in het tweede lid genoemde doeleinden.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld betreffende de inrichting en het beheer van het rijbewijzenregister, waaronder mede wordt begrepen de nadere uitwerking van de gegevens, waaronder mede begrepen persoonsgegevens, bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, die in het rijbewijzenregister worden verwerkt.
6.
De gegevens, waaronder mede begrepen persoonsgegevens, bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, blijven bewaard gedurende een bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde periode die voor verschillende categorieën verschillend kan worden vastgesteld.
7.
Voor de toepassing van het derde lid wordt onder rijbewijs mede verstaan een rijbewijs afgegeven door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland, waarvan de houder in Nederland woonachtig is.