Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het Energiehandvest
Artikel 1 Definities
Geldend
Geldend vanaf 21-01-2010
- Bronpublicatie:
24-04-1998, Trb. 2010, 149 (uitgifte: 06-05-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-1998, Trb. 2010, 149 (uitgifte: 06-05-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
In dit Verdrag wordt verstaan onder:
- 1.
‘Handvest’: het Europees Energiehandvest dat is aangenomen als onderdeel van het op 17 december 1991 te 's-Gravenhage ondertekende Slotdocument van de Conferentie van 's-Gravenhage over het Europees Energiehandvest; ondertekening van het Slotdocument wordt beschouwd als ondertekening van het Handvest;
- 2.
‘Verdragsluitende Partij’: een Staat of regionale organisatie voor economische integratie die ermede heeft ingestemd door het Verdrag te worden gebonden en waarvoor het Verdrag in werking is;
- 3.
‘regionale organisatie voor economische integratie’: een organisatie gevormd door Staten, waaraan haar Lid-Staten bevoegdheden hebben overgedragen ten aanzien van een aantal zaken, waarvan sommige onder dit Verdrag vallen, met inbegrip van de bevoegdheid aangaande die aangelegenheden besluiten te nemen welke voor haar Lid-Staten bindend zijn;
- 4.
‘Energiegrondstoffen en energieproducten’, op basis van het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie en de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Gemeenschappen: de in bijlage EMI of EM II opgenomen grondstoffen en producten;
- 4 bis.
‘Uitrusting op energiegebied’, op basis van het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie: de in bijlage EQ I of EQ II opgenomen grondstoffen en producten;
- 5.
‘economische activiteit in de energiesector’: een economische activiteit met betrekking tot exploratie, winning, raffinage, produktie, opslag, vervoer over land, transmissie, distributie, handel, marketing of verkoop van energiegrondstoffen en energieprodukten, met uitzondering van die genoemd in bijlage NI, of met betrekking tot collectieve verwarmingssystemen;
- 6.
‘investering’: elke vorm van activa die een investeerder in eigendom heeft of waarover hij direct of indirect zeggenschap heeft, met inbegrip van:
- a.
lichamelijke en onlichamelijke en roerende en onroerende zaken alsook andere rechten, zoals huur-, hypotheek-, retentie- en pandrechten;
- b.
een vennootschap of onderneming, of aandelen of andere vormen van vermogensdeelneming in, en obligaties en andere schuldbewijzen van een vennootschap of onderneming;
- c.
aanspraken op geld en aanspraken op prestaties volgens een contract met een economische waarde en in verband met een investering;
- d.
intellectuele eigendom;
- e.
opbrengsten;
- f.
een bij wet of contract of uit hoofde van overeenkomstig de wet verleende licenties en vergunningen verleend recht een economische activiteit in de energiesector te ondernemen.
Een wijziging van de wijze waarop activa geïnvesteerd worden, heeft geen invloed op het karakter ervan als investeringen en de term ‘investering’ bestrijkt alle investeringen, zowel de investeringen die al gedaan zijn op als de investeringen die worden gedaan na de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag voor de Verdragsluitende Partij van de investeerder die de investering doet of voor de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan de investering wordt gedaan, al naar gelang welke datum later is (hierna te noemen de ‘effectieve datum’), met dien verstande dat het Verdrag alleen van toepassing is op aangelegenheden die na de effectieve datum op zulke investeringen van invloed zijn.
‘Investering’ heeft betrekking op elke investering in verband met een economische activiteit in de energiesector en op investeringen of categorieën investeringen die door een Verdragsluitende Partij op haar grondgebied worden aangemerkt als ‘onder het Handvest vallende efficiëntie-projecten’ en als zodanig bij het Secretariaat worden aangemeld;
- 7.
‘investeerders’:
- a.
van een Verdragsluitende Partij,
- i.
natuurlijke personen die het staatsburgerschap of de nationaliteit bezitten van of permanent verblijven op het grondgebied van die Verdragsluitende Partij conform haar toepasselijke wetgeving;
- ii.
vennootschappen of andere organisaties opgericht conform op het grondgebied van die Verdragsluitende Partij toepasselijke wetgeving;
- b.
uit een derde land, natuurlijke personen, vennootschappen of andere organisaties die mutatis mutandis voldoen aan de onder a. aan Verdragsluitende Partijen gestelde voorwaarden;
- 8.
‘investeringen doen’: nieuwe investeringen tot stand brengen, een bestaande investering geheel of gedeeltelijk overnemen, dan wel op nieuwe terreinen investeringsactiviteiten ontwikkelen;
- 9.
‘opbrengsten’: de uit of in verband met een investering verkregen bedragen, ongeacht de vorm waarin zij worden betaald, met inbegrip van winst, dividenden, rente, vermogenswinst, uitkering van royalty's, vergoeding voor management of technische steun of andere vormen van vergoedingen en betalingen in natura;
- 10.
‘grondgebied’ met betrekking tot een Staat, die Verdragsluitende Partij is:
- a.
het grondgebied onder zijn soevereiniteit, met dien verstande dat dat grondgebied land, binnenwateren en de territoriale zee omvat, en
- b.
behoudens en overeenkomstig het internationale zeerecht: de zee, zeebodem en ondergrond daarvan waarover die Verdragsluitende Partij soevereine rechten of rechtsmacht uitoefent.
Met betrekking tot een regionale organisatie voor economische integratie die Partij bij dit Verdrag is, betekent ‘grondgebied’ de gebieden van de Lid-Staten van die organisatie volgens de bepalingen van het verdrag tot oprichting van die organisatie;
- 11
- a.
‘WTO’: de Wereldhandelsorganisatie opgericht bij de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie;
- b.
‘WTO-Overeenkomst’: de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, haar bijlagen en daarop betrekking hebbende besluiten, verklaringen en memoranda van overeenstemming, zoals later gerectificeerd of gewijzigd;
- c.
‘GATT 1994’: de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel die is opgenomen in bijlage 1 A van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, zoals later gerectificeerd of van tijd tot tijd gewijzigd.
- 12.
‘intellectuele eigendom’: auteursrechten en daarmee verband houdende rechten, handelsmerken, geografische aanduidingen, industriële ontwerpen, octrooien, de layout van geïntegreerde schakelingen en de bescherming van niet-openbaargemaakte informatie;
- 13
- a.
‘Protocol uit hoofde van het Energiehandvest’ of ‘Protocol’: een verdrag waarvoor de Conferentie van het Handvest machtiging tot onderhandeling heeft verleend en dat zij heeft aangenomen, en dat is gesloten door twee of meer Verdragsluitende Partijen om de bepalingen van dit Verdrag met betrekking tot specifieke sectoren of categorieën activiteiten die onder dit Verdrag vallen, of tot de samenwerkingsgebieden bedoeld in titel III van het Handvest te vervolledigen, aan te vullen, uit te breiden of nader uit te werken;
- b.
‘Verklaring uit hoofde van het Energiehandvest’ of ‘Verklaring’: een niet-bindend instrument waartoe de Conferentie van het Handvest machtiging tot onderhandeling heeft verleend en waarvan zij de tekst heeft goedgekeurd, en die is gesloten door twee of meer Verdragsluitende Partijen om de bepalingen van dit Verdrag te vervolledigen of aan te vullen;
- 14.
‘vrij inwisselbare valuta’: een valuta die op grote schaal op internationale deviezenmarkten verhandeld en bij internationale transacties gebruikt wordt.