Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 6
Artikel 196 [Verbod en rectificatie na misleidende reclame]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
29-03-2016, Stb. 2016, 133 (uitgifte: 06-04-2016, kamerstukken: 33712)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2016, Stb. 2016, 228 (uitgifte: 21-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
1.
Indien iemand door het openbaar maken of laten openbaar maken van een in artikel 194 omschreven mededeling of een ongeoorloofde vergelijkende reclame, of door het specifiek richten of laten richten van die mededeling op een ander, aan een ander schade heeft toegebracht of dreigt toe te brengen, kan de rechter hem op vordering van die ander niet alleen het openbaar maken of laten openbaar maken van zodanige mededeling of zodanige ongeoorloofde vergelijkende reclame, of het specifiek richten of laten richten van zodanige mededeling op een ander, verbieden, maar ook hem laten veroordelen tot het op een door de rechter aangegeven wijze openbaar maken of laten openbaar maken van een rectificatie van die mededeling of die ongeoorloofde vergelijkende reclame.
2.
Indien een vordering als in het vorige lid bedoeld wordt toegewezen jegens iemand die niet tevens aansprakelijk is voor de in artikel 195 lid 2 bedoelde schade, is artikel 167 lid 3 van overeenkomstige toepassing.