Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
1 Inleiding
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2019
- Bronpublicatie:
24-09-2019, Stcrt. 2019, 52982 (uitgifte: 30-09-2019, regelingnummer: WBV 2019/16)
- Inwerkingtreding
01-10-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2019, Stcrt. 2019, 52982 (uitgifte: 30-09-2019, regelingnummer: WBV 2019/16)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
In dit hoofdstuk zijn de beleidsregels opgenomen voor vreemdelingen die in Nederland willen verblijven op niet-tijdelijk humanitaire gronden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende verblijfsdoelen:
- •
Oud-Nederlanders;
- •
Vreemdelingen die buiten hun schuld niet uit Nederland kunnen vertrekken;
- •
Terugkeeroptie op grond van artikel 8 Remigratiewet;
- •
Terugkeeroptie (minderjarige vreemdelingen);
- •
Afsluiting Definitieve Regeling langdurig verblijvende kinderen;
- •
Verblijfsvergunning na eerder verblijf als minderjarige in het kader van verblijf als familie- of gezinslid;
- •
Verblijfsvergunning na verblijf als familie- of gezinslid;
- •
Na verblijf in het kader van medische behandeling;
- •
Na verblijf als slachtoffer van mensenhandel die hiervan geen aangifte kan of wil doen;
- •
Na verblijf als slachtoffer van (dreigend) eergerelateerd geweld of (dreigend) huiselijk geweld;
- •
Na verblijf als slachtoffer of slachtoffer-aangever van mensenhandel;
- •
Na verblijf als getuige-aangever van mensenhandel;
- •
Privéleven als bedoeld in artikel 8 EVRM;
- •
Plaatsing in een pleeggezin of instelling op verzoek van een ander land op grond van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996;
- •
Verblijf als minderjarige vreemdeling met een kinderbeschermingsmaatregel;
- •
Verblijf als beschermde getuige in beschermingsprogramma van de Politie Landelijke Eenheid
De beleidsregels zijn een nadere invulling of een uitwerking van de artikelen 3.50 en 3.51 Vb.