Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag
Artikel 16a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
28-12-2021, Stcrt. 2021, 48636 (uitgifte: 28-12-2021, regelingnummer: 2021-0000025821)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-12-2021, Stcrt. 2021, 48636 (uitgifte: 28-12-2021, regelingnummer: 2021-0000025821)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Milieubelastingen (V)
1.
De verklaring bedoeld in artikel b18a van het besluit wordt ondertekend en bevat ten minste:
- a.
de dagtekening;
- b.
naam en adres van de energieopslagfaciliteit;
- c.
naam en adres van de leverancier.
2.
De organisatorische eenheid die de energieopslagfaciliteit beheert, dient zijn administratie zodanig in te richten dat daarin op overzichtelijke wijze de gegevens zijn opgenomen omtrent alle voor de heffing van de energiebelasting van belang zijnde bedrijfshandelingen.
3.
De organisatorische eenheid meldt onmiddellijk schriftelijk aan zijn leverancier indien hij niet langer een energieopslagfaciliteit exploiteert.
4.
De verklaring kan worden samengevoegd met de verklaring, bedoeld in artikel 16.