Einde inhoudsopgave
Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994
Memorandum van Overeenstemming betreffende de interpretatie van artikel XXIV van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1995
- Redactionele toelichting
Bij strijdigheid tussen een bepaling van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994 en een bepaling van een andere in Bijlage 1A bij de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (in de overeenkomsten in Bijlage IA ‘WTO-Overeenkomst’ genoemd) opgenomen overeenkomst, prevaleert de bepaling van de andere overeenkomst voor zover er sprake is van de strijdigheid.
- Bronpublicatie:
15-04-1994, Trb. 1995, 130 (uitgifte: 19-07-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-07-1995, Trb. 1995, 130 (uitgifte: 19-07-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Douane (V)
De Leden,
Gelet op het bepaalde in artikel XXIV van GATT 1994;
Erkennende dat douane-unies en vrijhandelszones sedert de vaststelling van GATT 1947 sterk in aantal en belang zijn toegenomen en thans een groot deel van de wereldhandel voor hun rekening nemen;
Erkennende de bijdrage die door nauwere integratie van de economieën van de partijen bij dergelijke overeenkomsten aan de uitbreiding van de wereldhandel kan worden geleverd;
Voorts erkennende dat deze bijdrage wordt verhoogd, indien de afschaffing van rechten en andere handelsbeperkende regelingen tussen de samenstellende gebieden zich uitstrekt tot alle handel, en wordt verminderd, indien een belangrijke handelssector van deze afschaffing wordt uitgesloten;
Opnieuw bevestigende dat het doel van dergelijke overeenkomsten vergemakkelijking van de handel tussen de samenstellende gebieden moet zijn en niet het opwerpen van belemmeringen voor de handel van andere Leden met dergelijke gebieden; en dat de partijen bij dergelijke overeenkomsten bij de totstandbrenging of uitbreiding daarvan het toebrengen van schade aan de handel van andere Leden zoveel mogelijk dienen te voorkomen;
Eveneens overtuigd van de noodzaak van versterking van de doeltreffendheid van de rol van de Raad voor de handel in goederen bij de toetsing van krachtens artikel XXIV aangemelde overeenkomsten door verduidelijking van de criteria en procedures voor de beoordeling van nieuwe of uitgebreide overeenkomsten, en verbetering van de doorzichtigheid van alle in het kader van artikel XXIV gesloten overeenkomsten;
Erkennende de noodzaak van een gemeenschappelijke interpretatie van de verplichtingen van de Leden krachtens lid 12 van artikel XXIV;
Komen het volgende overeen:
1
Douane-unies, vrijhandelszones en voorlopige overeenkomsten leidende tot de totstandbrenging van een douane-unie of vrijhandelszone moeten, om in overeenstemming met artikel XXIV te zijn, onder meer voldoen aan het bepaalde in de leden 5, 6, 7 en 8 van dat artikel.
Artikel XXIV, lid 5
2
De evaluatie krachtens lid 5, sub a. van artikel XXIV van de vóór en na de totstandbrenging van een douane-unie geldende rechten en andere handelsregelingen wordt voor wat de rechten en heffingen betreft, gebaseerd op een globale beoordeling van gewogen gemiddelde tarieven en geïnde douanerechten. Deze beoordeling vindt plaats aan de hand van voor een voorgaande representatieve periode door de douane-unie per tarieflijn, met vermelding van de waarde en het volume en het WTO-land van oorsprong, te verstrekken invoerstatistieken. Het secretariaat berekent de gewogen gemiddelde tarieven en geïnde douanerechten volgens de methodologie die werd gebruikt bij de beoordeling van de tijdens de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde gedane tariefaanbiedingen. In dit verband zijn de rechten en heffingen waarmee rekening moet worden gehouden de toegepaste rechten. Erkend wordt dat voor de globale beoordeling van andere handelsregelingen die moeilijk zijn te kwantificeren en bij elkaar op te tellen een onderzoek van de individuele maatregelen, regelingen, betrokken produkten en handelsstromen vereist kan zijn.
3
De in lid 5, sub c. van artikel XXIV genoemde ‘redelijke termijn’ mag slechts in uitzonderlijke gevallen de tien jaar overschrijden. In de gevallen waarin de Leden die Partij bij een voorlopige overeenkomst zijn, menen dat 10 jaar onvoldoende is, dienen zij omstandig aan de Raad voor de handel in goederen uiteen te zetten waarom een langere periode noodzakelijk is.
Artikel XXIV, lid 6
4
In lid 6 van artikel XXIV wordt de te volgen procedure vastgesteld wanneer een Lid dat een douane-unie tot stand brengt, voornemens is een geconsolideerd recht te verhogen. In dit verband bevestigen de Leden opnieuw dat de in artikel XXVIII uiteengezette procedure, zoals die wordt gepreciseerd in de op 10 november 1980 goedgekeurde richtsnoeren (BISD 27S/26–28) en in het Memorandum van Overeenstemming betreffende de interpretatie van artikel XXVIII van GATT 1994, moet worden aangevangen voordat er bij de totstandbrenging van een douane-unie of een voorlopige overeenkomst leidende tot de totstandbrenging van een douane-unie tariefconcessies worden gewijzigd of ingetrokken.
5
Deze onderhandelingen zullen te goeder trouw worden aangeknoopt met het oog op het treffen van een over en weer bevredigende compenserende regeling. Bij deze onderhandelingen wordt, zoals lid 6 van artikel XXIV vereist, naar behoren rekening gehouden met de door andere samenstellende delen van de douane-unie bij haar totstandbrenging uitgevoerde verlagingen van rechten op dezelfde tarieflijn. Mochten dergelijke verlagingen onvoldoende zijn om te zorgen voor de noodzakelijke compenserende correctie dan biedt de douane-unie compensatie die de vorm van verlagingen van rechten op andere tarieflijnen kan aannemen. Een dergelijk aanbod wordt in overweging genomen door de Leden die onderhandelingsrechten hebben voor de consolidatie die wordt gewijzigd of ingetrokken. Mocht de compenserende correctie nog steeds onaanvaardbaar zijn dan dienen de onderhandelingen te worden voortgezet. Indien er ondanks deze inspanningen niet binnen een redelijke termijn te rekenen vanaf het begin van de onderhandelingen overeenstemming kan worden bereikt bij de onderhandelingen over compensaties in het kader van artikel XXVIII, zoals gepreciseerd in het Memorandum van Overeenstemming betreffende de interpretatie van artikel XXVIII van GATT '94, staat het de douane-unie niettemin vrij de concessies te wijzigen of in te trekken; de hierdoor getroffen Leden zijn dan overeenkomstig artikel XXVIII vrij om nagenoeg gelijkwaardige concessies in te trekken.
6
GATT 1994 verplicht Leden die ingevolge de totstandbrenging van een douane-unie of een voorlopige overeenkomst leidende tot de totstandbrenging van een douane-unie een verlaging van rechten genieten niet tot het verstrekken van compensaties aan de samenstellende delen van de douane-unie.
Onderzoek van douane-unies en vrijhandelszones
7
Alle krachtens lid 7, sub a. van artikel XXIV gedane mededelingen worden door een werkgroep onderzocht in het licht van de relevante bepalingen van GATT 1994 en lid 1 van dit Memorandum. De werkgroep legt aan de Raad voor de handel in goederen een rapport over haar bevindingen over. De Raad voor de handel in goederen kan de aanbevelingen aan de Leden doen die hij passend acht.
8
Ten aanzien van voorlopige overeenkomsten kan de werkgroep in haar rapport passende aanbevelingen doen aangaande de voorgestelde termijn en de maatregelen die nodig zijn om de douane-unie of vrijhandelszone tot stand te brengen. Zij kan, zo nodig, de overeenkomst verder onderzoeken.
9
De Leden die partij bij een voorlopige overeenkomst zijn, stellen de Raad voor de handel in goederen in kennis van substantiële wijzigingen in het in die overeenkomst opgenomen plan en tijdschema; de Raad onderzoekt de wijzigingen desgewenst.
10
Indien een voorlopige overeenkomst, waarvan krachtens lid 7, sub a., van artikel XXIV mededeling werd gedaan, in strijd met lid 5, sub c., van artikel XXIV, geen plan en tijdschema omvat, doet de werkgroep in haar rapport aanbevelingen voor een dergelijk plan en tijdschema. Partijen handhaven een dergelijke overeenkomst niet of doen haar niet in werking treden, indien zij niet bereid zijn haar in overeenstemming met deze aanbevelingen te wijzigen. Er wordt voorzien in onderzoek van de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen.
11
Douane-unies en samenstellende delen van vrijhandelszones brengen regelmatig verslag over de werking van de relevante overeenkomst uit aan de Raad voor de handel in goederen, zoals voorzien door de Overeenkomstsluitende Partijen bij GATT 1947 in hun instructie aan de Raad van GATT 1947 betreffende rapporten over regionale overeenkomsten (BISD 18S/38). Alle belangrijke veranderingen en/of ontwikkelingen in de overeenkomsten moeten, zodra zij zich voordoen, worden gemeld.
Geschillenbeslechting
12
Er kan een beroep worden gedaan op de bepalingen van artikel XXII en XXIII van GATT 1994, zoals gepreciseerd en toegepast in het Memorandum van Overeenstemming betreffende de beslechting van geschillen, voor wat betreft vraagstukken voortvloeiende uit de toepassing van de bepalingen van artikel XXIV betreffende douane- unies, vrijhandelszones of voorlopige overeenkomsten leidende tot de totstandbrenging van een douane-unie of vrijhandelszone.
Artikel XXIV, lid 12
13
Elk Lid is krachtens GATT 1994 volledig verantwoordelijk voor de naleving van alle bepalingen van GATT 1994 en neemt alle redelijke binnen zijn bereik liggende maatregelen teneinde een dergelijke naleving door de regionale en plaatselijke overheden en administraties binnen zijn grondgebied te verzekeren.
14
Er kan een beroep worden gedaan op de bepalingen van artikel XXII en XXIII van GATT 1994, zoals gepreciseerd en tenuitvoergelegd in het Memorandum van Overeenstemming betreffende de beslechting van geschillen, voor wat betreft door regionale of plaatselijke overheden en administraties binnen het grondgebied van een Lid genomen maatregelen die afbreuk doen aan de naleving van GATT 1994. Wanneer het Orgaan voor geschillenbeslechting heeft beslist dat een bepaling van GATT 1994 niet werd nagekomen, neemt het verantwoordelijke Lid alle redelijke binnen zijn bereik liggende maatregelen om de naleving van die bepaling te verzekeren. De bepalingen betreffende compensatie en schorsing van concessies of andere verplichtingen zijn van toepassing in de gevallen waarin het niet mogelijk was zich van deze naleving te verzekeren.
15
Elk Lid zegt toe een gewillig oor te zullen lenen aan door een ander Lid geuite protesten betreffende binnen het grondgebied van eerstgenoemde genomen maatregelen die afbreuk doen aan de werking van GATT 1994 en passende mogelijkheden tot overleg over dergelijke protesten te zullen bieden.