Europees Sociaal Handvest (herzien)
Deel I
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1999
- Bronpublicatie:
03-05-1996, Trb. 2004, 13 (uitgifte: 28-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-05-1996, Trb. 2004, 13 (uitgifte: 28-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Internationale sociale zekerheid / Mensenrechten
De Partijen stellen zich ten doel met alle passende middelen, zowel op nationaal als internationaal terrein, zodanige voorwaarden te scheppen dat de hiernavolgende rechten en beginselen daadwerkelijk kunnen worden verwezenlijkt:
- 1.
Een ieder dient in staat te worden gesteld in zijn onderhoud te voorzien door werkzaamheden die hij vrijelijk heeft gekozen.
- 2.
Alle werknemers hebben recht op billijke arbeidsvoorwaarden.
- 3.
Alle werknemers hebben recht op veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden.
- 4.
Alle werknemers hebben recht op een billijke beloning welke hun en hun gezin een behoorlijke levensstandaard waarborgt.
- 5.
Alle werknemers en werkgevers hebben recht op vrijheid van vereniging in nationale of internationale organisaties voor de bescherming van hun economische en sociale belangen.
- 6.
Alle werknemers en werkgevers hebben het recht collectief te onderhandelen.
- 7.
Kinderen en jeugdige personen hebben het recht op een bijzondere bescherming tegen de gevaren voor lichaam en geest waaraan zij blootstaan.
- 8.
Zwangere vrouwen hebben bij hun arbeid in dienstbetrekking recht op bijzondere bescherming.
- 9.
Een ieder heeft recht op een doelmatige beroepskeuzevoorlichting, die erop gericht is hem bij te staan bij de keuze van een beroep dat strookt met zijn persoonlijke aanleg en belangstelling.
- 10.
Een ieder heeft recht op een doelmatige vakopleiding.
- 11.
Een ieder heeft het recht om gebruik te maken van alle voorzieningen welke hem in staat stellen in een zo goed mogelijke gezondheid te verkeren.
- 12.
Alle werknemers en personen te hunnen laste hebben recht op sociale zekerheid.
- 13.
Een ieder die geen voldoende middelen van bestaan heeft, heeft recht op sociale en geneeskundige bijstand.
- 14.
Een ieder heeft recht op bijstand door diensten voor sociaal welzijn.
- 15.
Personen met een handicap hebben recht op onafhankelijkheid, sociale integratie en participatie in het leven van de gemeenschap.
- 16.
Het gezin als fundamentele maatschappelijke eenheid heeft recht op een voor zijn volledige ontplooiing doelmatige sociale, wettelijke en economische bescherming.
- 17.
Kinderen en jeugdige personen hebben recht op een passende sociale, wettelijke en economische bescherming.
- 18.
De onderdanen van de ene Partij hebben het recht op het grondgebied van elke andere Partij een op winst gerichte bezigheid uit te oefenen op voet van gelijkheid met de onderdanen van laatstgenoemde Partij, behoudens beperkingen op grond van economische of sociale redenen van dringende aard.
- 19.
Migrerende werknemers die onderdaan van een van de Partijen zijn, alsmede hun gezinnen, hebben recht op bescherming en bijstand op het grondgebied van elke andere Partij.
- 20.
Alle werknemers hebben recht op gelijke kansen en gelijke behandeling ten aanzien van werkgelegenheid en beroepsuitoefening zonder discriminatie naar geslacht.
- 21.
Werknemers hebben recht op informatie en overleg binnen de onderneming.
- 22.
Werknemers hebben het recht deel te nemen aan de vaststelling en de verbetering van de arbeidsomstandigheden en de werkomgeving binnen de onderneming.
- 23.
Iedere oudere heeft recht op sociale bescherming.
- 24.
Alle werknemers hebben recht op bescherming in geval van beëindiging van de dienstbetrekking.
- 25.
Alle werknemers hebben recht op bescherming van hun aanspraken in geval van insolventie van hun werkgever.
- 26.
Alle werknemers hebben recht op waardigheid op het werk.
- 27.
Alle personen met gezinsverantwoordelijkheden die een werkkring hebben aanvaard of wensen te aanvaarden hebben het recht dit te doen zonder te worden blootgesteld aan discriminatie en voor zover mogelijk zonder dat hun werkzaamheden conflicteren met hun gezinsverantwoordelijkheden.
- 28.
Werknemersvertegenwoordigers in ondernemingen hebben recht op bescherming tegen voor hen schadelijke handelingen en dienen de beschikking te krijgen over passende voorzieningen om hun functie te kunnen uitoefenen.
- 29.
Alle werknemers hebben recht op informatie en overleg in procedures voor collectief ontslag.
- 30.
Een ieder heeft recht op bescherming tegen armoede en sociale uitsluiting.
- 31.
Een ieder heeft recht op huisvesting.