Einde inhoudsopgave
Wet wegvervoer goederen
Artikel 4.6
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2013
- Bronpublicatie:
13-12-2012, Stb. 2013, 233 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken: 33184)
- Inwerkingtreding
29-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2012, Stb. 2013, 233 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken: 33184)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Wegvervoer
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Ter dekking van de kosten van uitvoering van de bij of krachtens artikel 4.1 aan de NIWO opgedragen werkzaamheden:
- a.
is de aanvrager aan de NIWO een vergoeding verschuldigd voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening of verlenging van een communautaire vergunning, tot verlening of verlenging van een bestuurdersattest, tot verlening van een CEMT-vergunning of van een ritmachtiging;
- b.
is de houder van een communautaire vergunning jaarlijks een vergoeding aan de NIWO verschuldigd;
- c.
is de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 7.1, eerste lid, jaarlijks een vergoeding aan de NIWO verschuldigd.
2.
De NIWO stelt de tarieven van de vergoedingen, bedoeld in het eerste lid vast.
3.
De tarieven voor de vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden zodanig vastgesteld dat de begrote baten van die vergoedingen niet uitgaan boven de begrote kosten ter zake van de behandeling van de in het eerste lid bedoelde aanvragen.
4.
De tarieven voor de vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, worden zodanig vastgesteld dat de begrote baten van die vergoedingen niet uitgaan boven de begrote lasten van de taken, bedoeld in artikel 4.1, anders dan de behandeling van aanvragen.
5.
Onder de in het vierde lid bedoelde lasten wordt mede verstaan de bijdragen aan reserves van de NIWO.
6.
De NIWO maakt de besluiten tot vaststelling van de tarieven van de vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, bekend in de Staatscourant met vermelding van de dagtekening van het besluit van Onze Minister waarbij de goedkeuring is verleend of met vermelding van de omstandigheid dat ingevolge artikel 10:31, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, een besluit tot goedkeuring wordt geacht te zijn genomen.