Einde inhoudsopgave
Wet wegvervoer goederen
Artikel 4.3b
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
05-10-2016, Stb. 2016, 376 (uitgifte: 27-10-2016, kamerstukken: 34460)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2016, Stb. 2016, 518 (uitgifte: 20-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Wegvervoer
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
De raad van advies adviseert de directie gevraagd of ongevraagd over de uitvoering van de aan de directie opgedragen taken en belangrijke bestuursbesluiten van de directie.
2.
De raad van advies ziet toe op:
- a.
de opzet en de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen;
- b.
de financiële jaarverslaggeving en het opstellen van de begroting, en
- c.
de naleving van de toepasselijke wet- en regelgeving.
3.
De raad van advies bestaat uit drie leden, onder wie de voorzitter.
4.
Onze Minister benoemt, schorst en ontslaat de leden van de raad van advies.
5.
Bij de benoeming van de voorzitter hoort Onze Minister de raad van advies.
6.
De leden van de raad van advies hebben op persoonlijke titel zitting in de raad van advies en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.
7.
De voorzitter en de overige leden van de raad van advies worden benoemd voor een tijdvak van vier jaren en zijn aansluitend eenmalig voor een tijdvak van vier jaren herbenoembaar.
8.
Aan de leden van de raad van advies kan tussentijds op eigen verzoek, dan wel om zwaarwichtige reden ontslag worden verleend.
9.
Zolang in een vacature van de raad van advies niet is voorzien, vormen de overblijvende leden de raad van advies, met de bevoegdheid van de volledige raad van advies. Betreft het de vacature van de voorzitter, dan wijzen de overblijvende leden uit hun midden een lid aan dat tijdelijk als voorzitter fungeert.
10.
Indien een lid wordt benoemd ter vervanging van een tussentijds opengevallen plaats, bepaalt Onze Minister het tijdvak van benoeming.