Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 1:101 [Behandeling met gesloten deuren]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
28-03-2018, Stb. 2018, 102 (uitgifte: 12-04-2018, kamerstukken: 34769)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-2018, Stb. 2018, 186 (uitgifte: 26-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht om openbaarmaking op grond van deze afdeling te voorkomen, vindt het onderzoek ter zitting plaats met gesloten deuren.
2.
Indien de voorzieningenrechter openbaarmaking op grond van deze afdeling heeft verboden, of indien op grond van artikel 1:98 nog geen tot afzonderlijke personen herleidbare openbaarmaking heeft plaatsgevonden, vindt het horen van belanghebbenden terzake van het bezwaar tegen het besluit tot openbaarmaking of het besluit tot het opleggen van de bestuurlijke sanctie niet in het openbaar plaats.
3.
Indien de voorzieningenrechter openbaarmaking op grond van deze afdeling heeft verboden, of indien op grond van artikel 1:98 nog geen tot afzonderlijke personen herleidbare openbaarmaking heeft plaatsgevonden, en beroep of hoger beroep wordt ingesteld tegen het besluit tot openbaarmaking of het besluit tot het opleggen van de bestuurlijke sanctie, vindt het onderzoek ter zitting plaats met gesloten deuren.