Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 1:98 [Belangenafweging]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
28-03-2018, Stb. 2018, 102 (uitgifte: 12-04-2018, kamerstukken: 34769)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-2018, Stb. 2018, 186 (uitgifte: 26-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Openbaarmaking op grond van artikel 1:97 wordt uitgesteld of geschiedt in zodanige vorm dat de openbaar te maken gegevens niet herleidbaar zijn tot afzonderlijke personen, voor zover:
- a.
die gegevens herleidbaar zijn tot een natuurlijk persoon en bekendmaking van zijn persoonsgegevens onevenredig zou zijn;
- b.
betrokken partijen in onevenredige mate schade zou worden berokkend;
- c.
een lopend strafrechtelijk onderzoek of een lopend onderzoek door de toezichthouder naar mogelijke overtredingen zou worden ondermijnd; of
- d.
de stabiliteit van het financiële stelsel in gevaar zou worden gebracht.
2.
Openbaarmaking op grond van artikel 1:97 blijft achterwege, indien openbaarmaking overeenkomstig het eerste lid:
- a.
onevenredig zou zijn gezien de geringe ernst van de overtreding, tenzij het een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete betreft;
- b.
niet in overeenstemming is met het doel van de opgelegde bestuurlijke sanctie, tenzij het een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete betreft; of
- c.
de stabiliteit van het financiële stelsel in gevaar zou brengen.