Einde inhoudsopgave
Regeling zeevarenden
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
20-08-2021, Stcrt. 2021, 38007 (uitgifte: 23-08-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2021/216552)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-08-2021, Stcrt. 2021, 38007 (uitgifte: 23-08-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2021/216552)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Zeevervoer
In deze regeling wordt verstaan onder:
commercieel jacht: een schip van minder dan 3000 GT met een loodlijnlengte van 24 meter of meer, dat is ontworpen en gebouwd en uitsluitend wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van niet meer dan 12 passagiers en waarop de LY2-code dan wel de LY3–Code als bedoeld in artikel 1 van de Regeling veiligheid zeeschepen kan worden toegepast;
officier: een scheepsofficier als bedoeld in de wet en iedere andere zeevarende die door de scheepsbeheerder als officier wordt aangemerkt;
onderofficier: een zeevarende die aan boord een toezichthoudende functie heeft of een andere functie met bijzondere verantwoordelijkheid en die door de scheepsbeheerder als zodanig wordt aangemerkt;
minister: de Minister van Infrastructuur en Milieu;
passagiersschip: een schip bestemd of gebezigd voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan twaalf passagiers;
garnalenkotter: vissersvaartuig gebruikt voor de vangst van garnalen, met een lengte van minder dan 24 meter en een voortstuwingsvermogen van minder dan 750 kW, waarvoor een bemanningscertificaat voor reizen die zich niet verder uitstrekken dan beperkt vaargebied en waarvoor een vergunning op grond van artikel 36 van de Uitvoeringsregeling visserij voor het vangen van garnalen is afgegeven;
referentielastlijn: voor schepen waarop het Uitwateringsverdrag als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Schepenbesluit 2004 van toepassing is, de lijn voor zomeruitwatering als bedoeld in Bijlage 1, voorschrift 6, lid 2, onderdeel a, van het Uitwateringsverdrag en voor schepen waarop het Uitwateringsverdrag niet van toepassing is, de lijn parallel aan de ontwerplastlijn gelegen op een afstand van 20% van de holte naar de mal als bedoeld in Bijlage 1, voorschrift 3, lid 5, van het Uitwateringsverdrag, maar maximaal 1000 mm onder het vrijboorddek als bedoeld in Bijlage 1, voorschrift 3, lid 9, van het Uitwateringsverdrag;
Uitwateringsverdrag: het op 5 april 1966 te Londen tot stand gekomen Verdrag betreffende de uitwatering van schepen (Trb. 1966, 275) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen;
verblijven: dag- en nachtverblijven en alle ruimten voor sanitaire doeleinden, voedselvoorziening, ziekenverpleging en recreatie aan boord van een schip, bestemd voor gebruik door zeevarenden;
wet:Wet zeevarenden;
SCV-Code: de in februari 2001 onder auspiciën van de IMO opgestelde en bij circulaire SLS.14/Circ.396, als voor het Koninkrijk der Nederlanden geldende equivalente regeling, aangemelde Code voor de veiligheid van kleine commerciële schepen waarmee reizen worden ondernomen in het Caribisch gebied (Code of Safety for Small Commercial Vessels operating in the Caribbean);
Caribische handelszone: de Caribische handelszone (Caribbean Trading Area) als omschreven in hoofdstuk 1, artikel 2, onderdeel 6, van de SCV-Code.