Einde inhoudsopgave
Regeling zeevarenden
Artikel 1.3 Uitzonderingen voor bepaalde categorieën van schepen
Geldend
Geldend vanaf 15-11-2019
- Bronpublicatie:
31-10-2019, Stcrt. 2019, 60689 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/226993)
- Inwerkingtreding
15-11-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2019, Stcrt. 2019, 60689 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/226993)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Paragraaf 3 van deze regeling is niet van toepassing op de volgende schepen:
- a.
schepen waarvan de kiel is gelegd of de bouw in een overeenkomstige fase van ontwikkeling was voor de datum van inwerkingtreding van artikel XII van de wet van 6 juli 2011 inzake implementatie van het op 23 februari 2006 te Genève tot stand gekomen Maritiem Arbeidsverdrag, 2006 (Trb. 2007, 93) en
- b.
vissersvaartuigen en
- c.
schepen die ontworpen zijn om traditionele vaardigheden en zeemanschap aan te moedigen en te bevorderen en die als levende cultuurmonumenten volgens de traditionele beginselen van zeemanschap en techniek worden bestuurd,
tenzij in een voorschrift van paragraaf 3 uitdrukkelijk is bepaald dat dat voorschrift wel van toepassing is op de in onderdeel a of c bedoelde schepen.
2.
De artikelen 3.3 tot en met 3.7 zijn niet van toepassing op schepen van minder dan 500 GT waarop de zeevarenden ten hoogste 13 uur per etmaal en ten hoogste 84 uur in elke periode van 7 dagen aan boord verblijven, indien:
- a.
per zeevarende een zitplaats in een dagverblijf beschikbaar is;
- b.
per 6 zeevarenden of minder een toiletruimte, een wastafel en een bad of douche beschikbaar is.
3.
De paragrafen 3 en 4 zijn niet van toepassing op vissersvaartuigen.
4.
Paragraaf 4a is uitsluitend van toepassing op van een dek voorziene vissersvaartuigen:
- a.
waarvoor het bouwcontract of het contract voor ingrijpende verbouwing op of na 15 november 2019 is gegund;
- b.
waarvoor het bouwcontract of het contract voor ingrijpende verbouwing voor 15 november 2019 is gegund en dat drie of meer jaren na die datum wordt opgeleverd; of
- c.
waarvan, bij gebrek aan een bouwcontract, op of na 15 november 2019:
- 1.
de kiel is gelegd;
- 2.
de bouw als een herkenbaar specifiek type vaartuig begint; of
- 3.
de assemblage is begonnen, die ten minste 50.000 kilogram of 1 procent van de geschatte massa van alle constructiemateriaal omvat, waarbij de kleinste van de twee hoeveelheden bepalend is.