Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1321/2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen
Artikel 5 Certificeringspersoneel
Geldend
Geldend vanaf 02-12-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 2-12-2022.
- Bronpublicatie:
08-11-2021, PbEU 2021, L 400 (uitgifte: 12-11-2021, regelingnummer: 2021/1963)
- Inwerkingtreding
02-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-11-2021, PbEU 2021, L 400 (uitgifte: 12-11-2021, regelingnummer: 2021/1963)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Certificeringspersoneel moet gekwalificeerd zijn overeenkomstig de eisen van bijlage III (Deel-66), behalve als bepaald in M.A.606, onder h), M.A.607, onder b), M.A.801, onder c), en M.A.803 van bijlage I (Deel-M), in ML.A.801, onder c), en ML.A.803 van bijlage V ter (Deel-ML), CAO.A.040, onder b) en c), van bijlage V quinquies (Deel-CAO) en in 145.A.30, onder j), en in aanhangsel IV van bijlage II (Deel-145).
2.
Elk bewijs van bevoegdheid voor het onderhoud van luchtvaartuigen en, in voorkomend geval, de met dat bewijs samenhangende technische beperkingen, afgegeven of erkend door een lidstaat in overeenstemming met de JAA-voorschriften en -procedures, dat op de dag van de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 2042/2003 geldig was, wordt beschouwd als zijnde afgegeven in overeenstemming met onderhavige verordening.
3.
Certificeringspersoneel dat houder is van een overeenkomstig bijlage III (deel 66) afgegeven bewijs van bevoegdheid in een bepaalde categorie/subcategorie wordt geacht over de in punt 66.A.20, onder a), van dezelfde bijlage beschreven bevoegdheden te beschikken met betrekking tot die categorie/subcategorie; Met het oog op de uitbreiding van een bewijs van bevoegdheid tot een nieuwe categorie/subcategorie wordt ervan uitgegaan dat de vereiste basiskennis met betrekking tot deze nieuwe bevoegdheden is opgedaan.
4.
Certificeringspersoneel dat houder is van een bewijs van bevoegdheid voor luchtvaartuigen waarvoor geen individuele typebevoegdverklaring vereist is, mag zijn bevoegdheden blijven uitoefenen tot de eerste hernieuwing of wijziging; op dat ogenblik wordt het bewijs van bevoegdheid volgens de procedure van punt 66.B.125 van bijlage III (deel 66) geconverteerd in de typebevoegdverklaringen die in punt 66.A.45 van dezelfde bijlage zijn vastgesteld.
5.
Conversierappporten[lees: Conversierapporten] en examenbeoordelingsrapporten die voldoen aan de eisen die vóór deze verordening van kracht waren, worden geacht in overeenstemming te zijn met Verordening (EU) nr. 1149/2011.
6.
Tot op het ogenblik waarop eisen voor certificeringspersoneel van componenten aan deze verordening worden toegevoegd, blijven de in de nationale wetgeving van de relevante lidstaat vastgestelde eisen van kracht, behalve voor onderhoudsorganisaties die buiten de Unie zijn gevestigd; in dat geval worden de eisen vastgesteld door het agentschap.
7.
Beperkte certificeringsautorisaties die vóór 2 december 2022 overeenkomstig punt 145.A.30 j) 3. of 4. van bijlage II (deel 145) zijn afgegeven aan houders van bewijzen van bevoegdheid als boordwerktuigkundige blijven geldig tot ze verstrijken of tot ze door de onderhoudsorganisatie worden ingetrokken.