Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden
2.9.1 Steun voor onderzoek en ontwikkeling in de bosbouwsector
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
(624)
De Commissie zal steun voor onderzoek en ontwikkeling in de bosbouwsector aanmerken als verenigbaar met de interne markt op grond van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag als die steun in overeenstemming is met deel I, hoofdstuk 3, van deze richtsnoeren, met de voorwaarde van punt (623) en met de in deze afdeling vermelde voorwaarden.
(625)
Steun voor onderzoek en ontwikkeling in de bosbouwsector die niet voldoet aan de voorwaarden van deze afdeling, zal worden beoordeeld overeenkomstig de kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie.
(626)
Het gesteunde project moet van belang zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken specifieke bosbouwsector of subsector actief zijn.
(627)
Vóór de begindatum van het gesteunde project moet op het internet de volgende informatie worden bekendgemaakt:
- a)
de begindatum van het gesteunde project;
- b)
de doelstellingen van het gesteunde project;
- c)
de vermoedelijke datum van de publicatie van de resultaten die van het gesteunde project worden verwacht;
- d)
de plaats waar de van het gesteunde project verwachte resultaten op het internet zullen worden bekendgemaakt;
- e)
een verklaring dat de resultaten van het gesteunde project gratis beschikbaar zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken bosbouwsector of -subsector actief zijn.
(628)
De resultaten van het gesteunde project moeten op het internet beschikbaar worden gesteld vanaf de einddatum van het gesteunde project of vanaf de datum waarop informatie over die resultaten wordt gegeven aan leden van een specifieke organisatie, afhankelijk van wat als eerste plaatsvindt. De resultaten moeten gedurende ten minste vijf jaar vanaf de einddatum van het gesteunde project op het internet beschikbaar blijven.
(629)
De steun moet rechtstreeks aan de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding worden verleend en mag niet de vorm aannemen van op de prijs van bosbouwproducten gebaseerde steun die wordt verleend aan ondernemingen die actief zijn in de bosbouwsector.
In aanmerking komende kosten
(630)
De steun moet beperkt blijven tot de volgende in aanmerking komende kosten:
- a)
personeelskosten voor onderzoekers, technisch en ander ondersteunend personeel voor zover zij zich met het project bezighouden;
- b)
kosten van apparatuur en uitrusting voor zover en zolang deze worden gebruikt voor het project. Wanneer deze apparatuur en uitrusting niet gedurende hun volledige levensduur voor het project worden gebruikt, worden alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens algemeen erkende boekhoudkundige beginselen, als in aanmerking komende kosten beschouwd;
- c)
kosten van gebouwen en gronden, voor zover en zolang deze worden gebruikt voor het project. Wat gebouwen betreft, worden alleen de met de looptijd van het project overeenstemmende afschrijvingskosten, berekend volgens algemeen erkende boekhoudkundige beginselen, als in aanmerking komende kosten beschouwd. Wat gronden betreft, komen de kosten van de commerciële overdracht of de daadwerkelijk gemaakte kapitaalkosten in aanmerking;
- d)
kosten van contractonderzoek, kennis en octrooien die op arm's length-voorwaarden zijn ingekocht bij of in licentie zijn verkregen van externe bronnen, alsmede kosten van consultancy en gelijkwaardige diensten die uitsluitend voor het project worden gebruikt;
- e)
bijkomende overheadkosten en andere operationele uitgaven, waaronder die van materiaal, leveranties en soortgelijke producten, die rechtstreeks uit het project voortvloeien.
Steunintensiteit
(631)
De steunintensiteit mag ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten bedragen.