Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1230 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Unie
Artikel 3 Kosten van grensoverschrijdende betalingen en overeenkomstige binnenlandse betalingen
Geldend
Geldend vanaf 08-04-2024
- Bronpublicatie:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/886 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 2024/886)
- Inwerkingtreding
08-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/886 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 2024/886)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
EU-recht / Marktintegratie
1.
De kosten die een betalingsdienstaanbieder aan een betalingsdienstgebruiker aanrekent voor grensoverschrijdende betalingen in euro, zijn dezelfde als de kosten die deze betalingsdienstaanbieder aanrekent voor overeenkomstige binnenlandse betalingen van dezelfde waarde in de nationale valuta van de lidstaat waar de betalingsdienstaanbieder van de betalingsdienstgebruiker zich bevindt.
2.
De kosten die een betalingsdienstaanbieder aan een betalingsdienstgebruiker aanrekent voor grensoverschrijdende betalingen in de nationale valuta van een lidstaat die kennis heeft gegeven van zijn besluit om de toepassing van deze verordening uit te breiden tot zijn nationale valuta overeenkomstig artikel 13, zijn dezelfde als de kosten die deze betalingsdienstaanbieder aan betalingsdienstgebruikers aanrekent voor overeenkomstige binnenlandse betalingen van dezelfde waarde en in dezelfde valuta.
3.
Voor de toepassing van lid 1 geeft een betalingsdienstaanbieder bij de beoordeling van het kostenpeil van een grensoverschrijdende betaling aan welke de overeenkomstige binnenlandse betaling is. De bevoegde autoriteiten vaardigen, voor zover zij zulks nodig achten, richtsnoeren uit voor het vaststellen van overeenkomstige binnenlandse betalingen. De bevoegde autoriteiten werken binnen het Comité voor betalingen, dat bij artikel 85, lid 1, van Richtlijn 2007/64/EG is ingesteld, actief samen om ervoor te zorgen dat de richtsnoeren voor overeenkomstige binnenlandse betalingen coherent zijn.
4.
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op valutawisselkosten.
5.
Lid 1 van dit artikel is niet van toepassing wanneer artikel 5 ter, lid 1, van Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) een betalingsdienstaanbieder die zich bevindt in een lidstaat die de euro niet als munt heeft, met betrekking tot een instantovermaking zou verplichten een vergoeding aan te rekenen die lager zou zijn dan de kosten die met betrekking tot dezelfde instantovermaking zouden worden aangerekend indien lid 1 van dit artikel zou worden toegepast.
Voor de toepassing van de eerste alinea van dit artikel wordt onder ‘instantovermaking’ een instantovermaking, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1 bis, van Verordening (EU) nr. 260/2012, verstaan die in euro’s luidt en grensoverschrijdend is.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro’s en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (PB L 94 van 30.3.2012, blz. 22).