Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 2.68
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 846 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32190)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Vervoermiddelen, kennelijk ingericht of toegerust om goederen aan het toezicht te onttrekken of om tot het nakomen van de op grond van artikel 2.61, derde lid genomen dwangmaatregelen te verijdelen, alsmede alle andere voorwerpen, kennelijk bestemd om goederen aan het ambtelijk toezicht te onttrekken of om een vervoermiddel tot hiervoor omschreven doeleinden in te richten of toe te rusten, worden in beslag genomen.
2.
Tot inbeslagneming krachtens het eerste lid zijn, behalve de inspecteur, bevoegd de bij of ingevolge artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering BES aangewezen ambtenaren of personen.
3.
Van de inbeslagneming en van de gronden daartoe doet de inspecteur zo spoedig mogelijk schriftelijke mededeling aan degene op wie de inbeslagneming heeft plaatsgehad en, indien deze niet de eigenaar van de goederen is en de identiteit en het adres van de eigenaar vaststaat, tevens aan de eigenaar. In geval van inbeslagneming op onbekende personen geschiedt die mededeling zo spoedig mogelijk in twee plaatselijk verschijnende dagbladen.
4.
Krachtens het eerste lid in beslag genomen vervoermiddelen en voorwerpen vervallen zonder rechtsvervolging aan het Rijk, tenzij bij een rechterlijke onherroepelijke beslissing als bedoeld in het zesde lid, de inbeslagneming niet wordt gehandhaafd.
5.
De belanghebbende bij het in beslag genomen vervoermiddel of voorwerp kan binnen een maand na de mededeling omtrent de inbeslagneming bij het Gerecht in eerste aanleg daartegen hetzij in persoon, hetzij door een gemachtigde, een met redenen omkleed klaagschrift indienen.
6.
Het Gerecht in eerste aanleg beslist zo spoedig mogelijk, na de inspecteur te hebben gehoord.
7.
Het Gerecht in eerste aanleg zendt onverwijld afschrift van het klaagschrift en van zijn beschikking aan de inspecteur.
8.
Onze Minister van Financiën is bevoegd in bijzondere gevallen de aan het Rijk vervallen vervoermiddelen en voorwerpen, onder door hem te stellen voorwaarden aan de eigenaar terug te geven.