Einde inhoudsopgave
Wet milieubeheer
Artikel 15.47 [Het provinciale nazorgfonds]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1998
- Bronpublicatie:
06-11-1997, Stb. 1997, 532 (uitgifte: 25-11-1997, kamerstukken: 24321)
- Inwerkingtreding
01-04-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-1998, Stb. 1998, 143 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
1.
Gedeputeerde staten van een provincie richten voor hun provincie een fonds op, bestemd voor de in artikel 8.49 bedoelde zorg voor gesloten stortplaatsen.
2.
In afwijking van het eerste lid kunnen gedeputeerde staten van verschillende provincies gezamenlijk voor hun provincies een fonds als bedoeld in het eerste lid oprichten.
3.
Een fonds is rechtspersoon.
4.
Gedeputeerde staten van de betrokken provincie, onderscheidenlijk provincies zijn belast met het beheer van het in hun provincie, onderscheidenlijk provincies werkzame fonds.
5.
Een fonds ontvangt jaarlijks:
- a.
de opbrengst van de in artikel 15.44 bedoelde heffing, verminderd met het bedrag ter bestrijding van de kosten in verband met de in artikel 15.44, eerste lid, onder c, bedoelde handelingen en met het gedeelte van de heffingen, bedoeld in artikel 15.48, tweede lid;
- b.
de bedragen die ingevolge artikel 15.46, derde lid, worden verhaald;
- c.
rentebaten en beleggingsopbrengsten die via het fonds zijn verkregen;
- d.
het batig saldo van de laatstelijk afgesloten rekening van het fonds.
6.
Een fonds is gerechtigd ook andere bedragen, bestemd voor de in artikel 8.49 bedoelde zorg, dan die, bedoeld in het vijfde lid, in ontvangst te nemen.
7.
Uit het fonds worden uitsluitend bestreden de kosten die:
- a.
worden gemaakt in verband met de uitvoering van de in artikel 8.49 bedoelde zorg met betrekking tot gesloten stortplaatsen in de betrokken provincie of provincies;
- b.
zijn verbonden aan de werkzaamheden van het fonds dat in de betrokken provincie, onderscheidenlijk provincies werkzaam is;
- c.
worden gemaakt ter dekking van de aansprakelijkheid, bedoeld in artikel 176, vierde lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, doch slechts voor zover de in artikel 15.44 bedoelde heffing mede op deze kosten betrekking heeft.
8.
Onder de kosten, bedoeld in het zevende lid, worden niet begrepen de kosten die in verband met de in artikel 8.49 bedoelde zorg voor gesloten stortplaatsen door de betrokken provincie, onderscheidenlijk provincies worden gemaakt ten behoeve van haar bestuurlijk apparaat.