Intern Akkoord betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het Tweede Financieel Protocol bij de Vierde ACS-EG-Overeenkomst
Artikel 33
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1998
- Bronpublicatie:
20-12-1995, Trb. 1996, 104 (uitgifte: 17-04-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-08-1998, Trb. 1998, 193 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
1.
Bij de afsluiting van elk begrotingsjaar stelt de Commissie de jaarrekening en de balans van het Fonds vast.
2.
Onverminderd lid 5 oefent de Rekenkamer haar bevoegdheden eveneens uit ten aanzien van de verrichtingen van het Fonds. De wijze waarop dit geschiedt, wordt in het in artikel 32 bedoelde Financieel Reglement bepaald.
3.
Aan de Commissie wordt kwijting voor het financiële beheer van het Fonds verleend door het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die daarover een besluit neemt met de in artikel 21, lid 4, vastgestelde gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
4.
De in artikel 30, lid 4, bedoelde gegevens worden door de Commissie ter beschikking van de Rekenkamer gehouden zodat deze de uit de middelen van het Fonds verleende steun aan de hand van de stukken kan controleren.
5.
De uit de middelen van het fonds gefinancierde verrichtingen die onder het beheer van de Bank vallen, zijn onderworpen aan de controle- en kwijtingsprocedures zoals die voor alle verrichtingen van de Bank in haar statuten zijn vastgelegd. De Bank brengt jaarlijks aan de Commissie en de raad verslag uit over de uitvoering van de verrichtingen die zijn gefinancierd uit de onder haar beheer vallende middelen van het Fonds.
6.
De Commissie komt met de Bank overeen welke gegevens haar door de Bank op gezette tijden dienen te worden verstrekt, ten einde te kunnen beoordelen op welke wijze de Bank haar opdracht uitvoert, en een nauwe coördinatie tussen de Commissie en de Bank te bevorderen.