Besluit ex artikel 951f Wetboek van Koophandel
Artikel 2a
Geldend
Geldend vanaf 01-02-1995
- Bronpublicatie:
15-12-1994, Stb. 1994, 888 (uitgifte: 28-12-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-1994, Stb. 1994, 888 (uitgifte: 28-12-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
In de gevallen waarin de aansprakelijkheid van de eigenaar van een binnenschip berust op titel 8.11.4 van het Burgerlijk Wetboek, beloopt het bedrag van het in artikel 951f van het Wetboek van Koophandel genoemde fonds wanneer het vorderingen betreft terzake van dood of letsel (personenfonds):
- a.
voor een schip, niet bestemd tot het vervoer van zaken, in het bijzonder een passagiersschip, 400 rekeneenheden per kubieke meter waterverplaatsing tot het vlak van de grootst toegelaten waterdiepgang, vermeerderd voor schepen voorzien van mechanische voortbewegingswerktuigen met 1400 rekeneenheden voor elke kilowatt van het vermogen van de voortbewegingswerktuigen;
- b.
voor een schip dat is bestemd voor het vervoer van zaken, 400 rekeneenheden per ton laadvermogen van het schip, vermeerderd voor schepen voorzien van mechanische voortbewegingswerktuigen met 1400 rekeneenheden voor elke kilowatt van het vermogen van de voortbewegingswerktuigen;
- c.
voor een duw- of sleepboot, 1400 rekeneenheden voor elke kilowatt van het vermogen van de voortbewegingswerktuigen;
- d.
voor een duwboot die op het tijdstip waarop de schade is veroorzaakt, hecht met duwbakken in een duweenheid was gekoppeld, wordt het overeenkomstig c berekende bedrag vermeerderd met 200 rekeneenheden per ton laadvermogen van de geduwde bakken;
- e.
voor een schip voorzien van mechanische voortbewegingswerktuigen, dat op het tijdstip waarop de schade is veroorzaakt andere hecht met dat schip gekoppelde schepen voortbeweegt, wordt het overeenkomstig a, b en c berekende bedrag vermeerderd met 200 rekeneenheden per ton laadvermogen of per kubieke meter waterverplaatsing van de andere schepen;
- f.
voor de volgens artikel 951a, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel mede onder binnenschepen begrepen zaken een bedrag gelijk aan tweemaal de waarde op het tijdstip van het voorval, dat aanleiding gaf voor de vordering.
2.
Wanneer het enige andere vordering betreft (zakenfonds) wordt het bedrag van het fonds op dezelfde wijze berekend als op grond van het eerste lid, met dien verstande dat:
- a.
het bedrag per ton laadvermogen van het schip en per kubieke meter waterverplaatsing tot het vlak van de grootst toegelaten diepgang als genoemd in het eerste lid, onderdeel a en b, wordt gesteld op 300 rekeneenheden;
- b.
het bedrag voor elke kilowatt als genoemd in het eerste lid, onderdeel a, b en c, wordt gesteld op 1000 rekeneenheden;
- c.
het bedrag per ton laadvermogen van het schip en per kubieke meter waterverplaatsing tot het vlak van de grootst toegelaten diepgang als genoemd in het eerste lid, onderdeel d en e, wordt gesteld op 150 rekeneenheden;
- d.
het bedrag van het eerste lid onderdeel f wordt gesteld op 1,5 maal de waarde op het tijdstip van het voorval dat aanleiding gaf tot de vordering.
3.
In geen geval kan het bedrag van het personenfonds lager dan 1 miljoen en hoger dan 4 miljoen rekeneenheden en het bedrag van het zakenfonds lager dan 750 000 en hoger dan 3 miljoen rekeneenheden zijn.