Besluit ex artikel 951f Wetboek van Koophandel
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1990
- Bronpublicatie:
19-02-1990, Stb. 1990, 96 (uitgifte: 01-03-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-1990
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-03-1990, Stb. 1990, 137 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Het bedrag van het in artikel 951f van het Wetboek van Koophandel genoemde fonds beloopt
- a.
wanneer het vorderingen betreft terzake van dood of letsel die niet zijn vorderingen als bedoeld in artikel 2 (personenfonds):
- 1°
voor een schip, niet bestemd tot het vervoer van zaken, in het bijzonder een passagiersschip, 200 rekeneenheden per kubieke meter waterverplaatsing tot het vlak van de grootst toegelaten diepgang, vermeerderd voor schepen voorzien van mechanische voortbewegingswerktuigen met 700 rekeneenheden voor elke kilowatt van het vermogen van de voortbewegingswerktuigen;
- 2°
voor een schip dat is bestemd voor het vervoer van zaken, 200 rekeneenheden per ton laadvermogen van het schip, vermeerderd voor schepen voorzien van mechanische voortbewegingswerktuigen met 700 rekeneenheden voor elke kilowatt van het vermogen van de voortbewegingswerktuigen;
- 3°
voor een duw- of sleepboot, 700 rekeneenheden voor elke kilowatt van het vermogen van de voortbewegingswerktuigen;
- 4°
voor een duwboot die op het tijdstip waarop de schade is veroorzaakt, hecht met duwbakken in een duweenheid was gekoppeld, wordt het overeenkomstig 3° berekende bedrag vermeerderd met 100 rekeneenheden per ton laadvermogen van de geduwde bakken; deze vermeerdering vindt niet plaats indien bewezen wordt dat de duwboot hulp heeft verleend aan een of meer van deze duwbakken;
- 5°
voor een schip voorzien van mechanische voortbewegingswerktuigen, dat op het tijdstip waarop de schade is veroorzaakt andere hecht met dit schip gekoppelde schepen voortbeweegt, wordt het overeenkomstig 1°, 2° of 3° berekende bedrag vermeerderd met 100 rekeneenheden per ton laadvermogen of per kubieke meter waterverplaatsing van de andere schepen; deze vermeerdering vindt niet plaats indien bewezen wordt dat dit schip hulp heeft verleend aan een of meer van de gekoppelde schepen;
- 6°
voor de volgens artikel 951a, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel mede onder binnenschepen begrepen zaken: een bedrag gelijk aan hun waarde op het tijdstip van het voorval, dat aanleiding gaf tot de vordering;
- b.
wanneer het vorderingen betreft terzake van kosten- en schadevergoedingen verschuldigd voor waterverontreiniging die niet zijn vorderingen terzake van dood of letsel (waterverontreinigingsfonds): het bedrag van het personenfonds;
- c.
wanneer het enige andere vordering betreft (zakenfonds): de helft van het bedrag van het personenfonds.
2.
Wordt in de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder a, 4° en 5°, het personenfonds van de duwboot of van het voortbewegende schip vermeerderd met 100 rekeneenheden per ton laadvermogen van de geduwde bakken of met 100 rekeneenheden per ton laadvermogen of per kubieke meter waterverplaatsing van de andere gekoppelde schepen, dan wordt met betrekking tot vorderingen, die voortkomen uit hetzelfde voorval, het personenfonds voor iedere duwbak of ieder ander gekoppeld schip verminderd met 100 rekeneenheden per ton laadvermogen van de duwbak of 100 rekeneenheden per ton laadvermogen of per kubieke meter waterverplaatsing van het andere gekoppelde schip.
3.
In geen geval kan het bedrag van het personenfonds en van het waterverontreinigingsfonds lager dan 200 000 rekeneenheden en van het zakenfonds lager dan 100 000 rekeneenheden zijn.
4.
Een hulpverlener aan een binnenschip, die niet van een zee- of binnenschip uit werkzaamheden verricht of die werkzaamheden uitsluitend verricht op het binnenschip waaraan of met betrekking waartoe bij[lees: hij] hulp verleent, kan zijn aansprakelijkheid beperken tot de in het derde lid genoemde bedragen.