Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Argentinië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 25 Vermijding van dubbele belasting
Geldend
Geldend vanaf 11-02-1998
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is tevens gepubliceerd in Maandbericht van februari 1998.
- Bronpublicatie:
27-12-1996, Trb. 1997, 63 (uitgifte: 05-03-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-02-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-1998, Trb. 1998, 79 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Wat Argentinië betreft, wordt dubbele belasting als volgt vermeden:
Indien een inwoner van Argentinië inkomsten ontvangt die overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag mogen worden belast in Nederland, verleent Argentinië een aftrek op de belasting over de inkomsten van die inwoner, voor een bedrag dat gelijk is aan de inkomstenbelasting die is betaald in Nederland. Deze aftrek bedraagt echter niet meer dan dat deel van de inkomstenbelasting zoals die is berekend voordat de aftrek is verleend, dat kan worden toegerekend aan de inkomsten die mogen worden belast in Nederland.
2.
Nederland is bevoegd bij het heffen van belasting van zijn inwoners in de grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, de bestanddelen van het inkomen of het vermogen te begrijpen die overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag in Argentinië mogen worden belast.
3.
Indien echter een inwoner van Nederland bestanddelen van het inkomen verkrijgt of vermogensbestanddelen bezit die volgens artikel 6, artikel 7, artikel 10, zesde lid, artikel 12, zevende lid, artikel 13, vijfde lid, artikel 14, eerste en derde lid, artikel 15, tweede lid (onderdeel a), artikel 16, eerste lid, artikel 19, derde lid, artikel 20, eerste lid (onderdeel a), en tweede lid (onderdeel a), artikel 23, tweede lid, en artikel 24, eerste en derde lid, van dit Verdrag in Argentinië mogen worden belast en die in de in het tweede lid bedoelde grondslag zijn begrepen, stelt Nederland deze inkomens- of vermogensbestanddelen vrij door een vermindering van zijn belasting toe te staan. Deze vermindering wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting. Te dien einde worden genoemde inkomens- of vermogensbestanddelen geacht te zijn begrepen in het totale bedrag van de bestanddelen van het inkomen of van het vermogen die ingevolge die bepalingen van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
4.
Niettegenstaande de bepalingen van het derde lid, verleent Nederland een aftrek op de aldus berekende Nederlandse belasting voor die bestanddelen van het inkomen die overeenkomstig artikel 7, vijfde lid van dit Verdrag in Argentinië mogen worden belast in die gevallen waarin de verzekerings- of herverzekeringsactiviteiten niet worden uitgeoefend door middel van een in Argentinië gevestigde vaste inrichting, maar slechts voorzover deze bestanddelen van het inkomen zijn begrepen in de in het tweede lid bedoelde grondslag. Nederland verleent voorts een aftrek op de aldus berekende Nederlandse belasting voor die bestanddelen van het inkomen of het vermogen die volgens artikel 10, tweede lid, artikel 12, tweede lid, artikel 13, tweede lid, artikel 14, tweede, vijfde en zesde lid, artikel 15, tweede lid (onderdeel b), artikel 16, derde lid, artikel 17, artikel 18, artikel 19, tweede lid, artikel 23, derde lid en artikel 24, tweede, vijfde en zesde lid van dit Verdrag in Argentinië mogen worden belast, in zoverre deze bestanddelen in de in het tweede lid van dit artikel bedoelde grondslag zijn begrepen. Het bedrag van deze aftrek is gelijk aan de in Argentinië over deze bestanddelen van het inkomen of het vermogen betaalde belasting, maar bedraagt niet meer dan het bedrag van de vermindering die zou zijn verleend indien de aldus in het inkomen of het vermogen begrepen bestanddelen van het inkomen of het vermogen de enige bestanddelen van het inkomen of het vermogen zouden zijn geweest die uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.