Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/38/EG inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (Herschikking)
Artikel 4 Verantwoordelijkheid voor de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure ter informatie en raadpleging van de werknemers
Geldend
Geldend vanaf 05-06-2009
- Bronpublicatie:
06-05-2009, PbEU 2009, L 122 (uitgifte: 16-05-2009, regelingnummer: 2009/38/EG)
- Inwerkingtreding
05-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-05-2009, PbEU 2009, L 122 (uitgifte: 16-05-2009, regelingnummer: 2009/38/EG)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het hoofdbestuur is ervoor verantwoordelijk de voorwaarden te scheppen en in de middelen te voorzien die nodig zijn voor de instelling van de in artikel 1, lid 2, bedoelde Europese ondernemingsraad of informatie- en raadplegingsprocedure voor de onderneming met een communautaire dimensie of het concern met een communautaire dimensie.
2.
Indien het hoofdbestuur niet in een lidstaat is gevestigd, draagt de vertegenwoordiger van het hoofdbestuur in een, in voorkomend geval, aan te wijzen lidstaat de in lid 1 bedoelde verantwoordelijkheid.
Wanneer er geen vertegenwoordiger is, berust de in lid 1 bedoelde verantwoordelijkheid bij het bestuur van de vestiging of van de onderneming van het concern met het grootste aantal werknemers in een lidstaat.
3.
In deze richtlijn wordt (worden) de vertegenwoordiger(s) of, bij ontstentenis, het in de tweede alinea van lid 2 bedoelde bestuur, beschouwd als het hoofdbestuur.
4.
Het bestuur van elke onderneming die deel uitmaakt van het concern met een communautaire dimensie, alsook het hoofdbestuur of het veronderstelde hoofdbestuur in de zin van de tweede alinea van lid 2 van de onderneming of het concern met een communautaire dimensie is verantwoordelijk voor het verkrijgen en het verzenden aan de bij de toepassing van deze richtlijn betrokken partijen van de nodige informatie voor de opening van onderhandelingen als bedoeld in artikel 5, en met name informatie over de structuur en het personeelsbestand van de onderneming of het concern. Deze verplichting betreft met name informatie over het in artikel 2, lid 1, onder a) en c), bedoelde aantal werknemers.