Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 04-08-1978
- Bronpublicatie:
27-01-1977, Trb. 1977, 63 (uitgifte: 19-04-1977, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-08-1978
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-05-1985, Trb. 1985, 66 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Algemeen
Een Verdragsluitende Staat op het grondgebied waarvan de vermoedelijke dader van een strafbaar feit bedoeld in artikel 1 wordt aangetroffen en die een verzoek tot uitlevering heeft ontvangen overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van artikel 6 is, indien hij de vermoedelijke dader van het strafbare feit niet uitlevert, in alle gevallen verplicht de zaak zonder onnodig uitstel voor vervolging aan zijn bevoegde autoriteiten over te dragen. Deze autoriteiten nemen hun beslissing op dezelfde wijze als in geval van een strafbaar feit van ernstige aard krachtens de wetgeving van die Staat.