Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 1:82 [Afwijking]
Geldend
Geldend vanaf 15-10-2020
- Bronpublicatie:
07-10-2020, Stb. 2020, 380 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35440)
- Inwerkingtreding
15-10-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2020, Stb. 2020, 380 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35440)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
In afwijking van artikel 1:81 bedraagt de bestuurlijke boete voor een afzonderlijke overtreding van een voorschrift gerangschikt in de derde categorie ten hoogste 10% van de netto-omzet van de overtreder in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking waarmee de bestuurlijke boete wordt opgelegd, indien dit meer is dan het ingevolge artikel 1:81, tweede, derde of vierde lid, toepasselijke maximumbedrag.
2.
Ter uitvoering van bindende EU-rechtshandelingen kan bij algemene maatregel van bestuur voor bij die maatregel aan te geven overtredingen:
- a.
het percentage bedoeld in het eerste lid worden verhoogd tot 15%;
- b.
worden bepaald dat voor een overtreding van een voorschrift gerangschikt in de tweede categorie een boete kan worden opgelegd van ten hoogste 5% van de netto-omzet van de overtreder in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking waarmee de bestuurlijke boete wordt opgelegd, indien dit meer is dan tweemaal het ingevolge artikel 1:81, tweede of derde lid, toepasselijke maximumbedrag.
3.
Indien de bestuurlijke boete wordt opgelegd aan een onderneming die opgenomen is in een groep met een geconsolideerde jaarrekening, worden bij de berekening van de netto-omzet de totaalbedragen gehanteerd uit de geconsolideerde jaarrekening van de uiteindelijke moederonderneming.